3.2 Financiering en wet- en regelgeving
Financiering
Er wordt toegewerkt naar een integraal georganiseerd gezondheidsinformatiestelsel dat domeinoverstijgend is. Maar financiering is vaak per domein of per sector geregeld, en financieringsstromen bevinden zich vaak in ‘silo’s’. Voor zorg in netwerken en de integraliteit van het gezondheidsinformatiestelsel is het nodig dat structurele financieringsstromen ook op die integraliteit worden ingericht. Ontschotting van financiën is wenselijk en misschien zelfs noodzakelijk, maar dit gaat verder dan het informatiestelsel alleen. Aanpassing van financieringsstromen van silo’s naar een domeinoverstijgende bekostiging heeft primair betrekking op de financiering van het zorgstelsel zelf. Het gezondheidsinformatiestelsel is daarvan afgeleid. Het is daarmee een verstrekkende en ook medebepalende afhankelijkheid.
Om verschillen tussen sectoren gelijk te trekken kan ook aanvullende financiering wenselijk zijn. Daarnaast kan het voor implementatie waardevol zijn om burgers meer inspraak te geven en te betrekken in de vorm te geven transitie. Overwogen kan daarom worden om waar nodig en relevant ook aanvullende middelen in te zetten voor burgers. De afhankelijkheid van de organisatie van financieringsstromen is medebepalend, maar ligt ook buiten de scope van een strategie op het gezondheidsinformatiestelsel.
Het is niet uit te sluiten dat naast structureel andere financieringsvormen ook incidentele middelen nodig zijn voor het realiseren van de doelen van de strategie. Financiering gaat over investeringen en desinvesteringen. Niet alle voorzieningen of investeringen in standaarden die voor de komende jaren nodig zijn, zijn ook voor plateau 3 (2031-2035) nog gewenst. Dat kan bijvoorbeeld gelden voor de inzet op informatiestandaarden of mogelijk een voorziening rondom toestemming. Daarmee blijft er altijd een risico op desinvestering bestaan en moet daar oog voor zijn, maar de uitwerking van de financiering wordt eenvoudiger op het moment dat de strategische doelen zijn geaccepteerd. Dan kunnen maatschappelijke kosten en baten scherper worden neergezet en onderdeel gaan uitmaken van de realisatie van de strategie. Het gaat om wat publiek en wat privaat (of wat in publiek-private samenwerking) wordt georganiseerd en gefinancierd. En bijvoorbeeld of er tijdelijke subsidie of structurele financiering beschikbaar is en onder welke voorwaarden. Als onderdeel van de realisatie van de strategie moet een maatschappelijke kosten- en batenanalyse hierin inzicht in geven.
Wet- en regelgeving
Het aanpassen van bestaande of invoeren van nieuwe wet- en regelgeving moet zorgvuldig gebeuren en is vaak complex. Tegelijkertijd is deze strategie dynamisch en aan verandering onderhevig. Het risico bestaat daarom dat wetgeving alweer achterhaald is tegen de tijd dat deze is ingevoerd. Wet- en regelgeving is daarbij een middel waarmee zuinig moet worden omgegaan. Er zijn ook andere sturingsmiddelen beschikbaar, denk aan leidraden en richtlijnen, die toch de gewenste richting bieden, maar vooral stimulerend in plaats van verplichtend van aard zijn.
Toch zal het inrichten van wet- en regelgeving nodig zijn voor het inzetten van een bepaalde beweging, zoals het creëren van gewenste grondslagen, doorzettingsmacht, het borgen van vertrouwen en zeggenschap, de realisatie van het fundament van het gezondheidsinformatiestelsel, het faciliteren van datasolidariteit, en openheid van systemen. Het kan zijn dat voor het meer publiek maken van infrastructuren of voorzieningen of verschillende taken die komen vanuit de EHDS-verordening (verordening tot oprichting van een ‘European Health Data Space’) en publiek houderschap ook aanvullende wet- en regelgeving nodig is. En bovendien moeten wettelijke kaders voor alle domeinen op elkaar afgestemd zijn. Wettelijke vastlegging van het gebruik van een uniforme koppelsleutel die voor ieder domein gelijk is kan daarbij als een mooi voorbeeld dienen. We voorzien nu ook ontwikkelingen in de visie die waarschijnlijk niet binnen bestaande wettelijke kaders kunnen worden opgelost, zoals een eventueel bezwaarsysteem als dat de keuze wordt voor de gewenste toestemmingsmodaliteit, een levensloopdossier en aangepaste bewaartermijnen.
De strategie geeft aan wat wanneer functioneel wenselijk is. Op basis van de functionele wensen vindt binnen VWS en indien nodig met andere departementen afstemming plaats of dit tot aangepaste of nieuwe wet- en regelgeving gaat leiden.