Dit is de consultatie versie van het Twiin Afsprakenstelsel Release 1.2.0
5.4 | Vertrouwen: Behandelrelatie
De verantwoordelijke gebruiker mag alleen toegang krijgen tot de patiëntgegevens, indien er een (actieve) behandelrelatie is tussen de patiënt en deze gebruiker én een actieve behandelingsovereenkomst met de zorgaanbieder.
Reikwijdte behandelingsovereenkomst en behandelrelatie
In Nederland is geen centraal register met actuele behandelingsovereenkomsten. Daardoor is de behandelingsovereenkomst met de zorgaanbieder lastig te controleren. De technologie waarbij de zorgaanbieder via een authenticatiemiddel de patiënt registreert (ID-kaart, paspoort of DigiD), waarna de registratie elektronisch bevestigd wordt, is nog niet (uit)ontwikkeld.
De reikwijdte van de behandelingsovereenkomst is daarbij tamelijk ruim. Er is sprake van een behandelingsovereenkomst als een zorgaanbieder zich beroepsmatig verbindt tot het 'verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst'. Het kan hierbij gaan om alle verrichtingen - waaronder onderzoek en het geven van raad - met het doel om een patiënt 'van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel verloskundige bijstand te verlenen'.
In sommige gevallen, zoals bij een eenmanspraktijk van een huisarts, zijn zorgaanbieder en zorgverlener dezelfde persoon. In de meeste gevallen is de zorgaanbieder echter een rechtspersoon, bijvoorbeeld een ziekenhuis, en is de zorgverlener de behandeld arts, bijvoorbeeld een specialist.
Zorgverleners zijn gehouden aan het beroepsgeheim en mogen anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt verstrekken. Ze mogen anderen dan de patiënt ook geen inzage in of afschrift van de gegevens uit het dossier bieden, zonder toestemming van de patiënt. Een uitzondering geldt voor degenen met een behandelrelatie met de patiënt. Dat is:
degene die een behandelingsovereenkomst heeft met de patiënt;
degene die rechtstreeks betrokken is bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst;
degene die optreedt als vervanger van degene die een behandelingsovereenkomst heeft met de patiënt.
Verzenden van gegevens
Bij het verzenden van gegevens verstuurt de dossierhouder zelf actief patiëntgegevens naar een bekende ontvanger. Zodoende bepaalt de dossierhouder zelf welke andere zorgaanbieder deze gegevens ontvangt. Bij de dossierhouder moet bekend zijn of deze zorgaanbieder een geneeskundige behandelingsovereenkomst met de betrokken patiënt heeft of – bij een verwijzing – krijgt. De ontvangende zorgaanbieder (dossierontvanger) zal daarentegen moeten borgen dat de ontvangen gegevens alleen beschikbaar worden gesteld aan een zorgverlener met een behandelrelatie.
Gericht bevragen bij raadplegen van gegevens
Bij het raadplegen van gegevens is van belang dat de dossierraadpleger alleen gegevens opvraagt bij zorgaanbieders waar de patiënt al bekend is. Het beroepsgeheim staat eraan in de weg dat de raadpleger gegevens opvraagt bij alle zorgaanbieders die zijn aangesloten bij het elektronisch uitwisselingssysteem. Op die manier zou de dossierraadpleger aan zorgaanbieders die de patiënt niet kennen, bekend maken dat hij een behandelingsovereenkomst heeft met de patiënt. Dat is onwenselijk. Immers valt ook het bestaan van de geneeskundige behandelingsovereenkomst onder het beroepsgeheim. De dossierraadpleger is zodoende gehouden om alleen gericht gegevens op te vragen om zijn eigen beroepsgeheim ten aanzien van het bestaan van de geneeskundige behandelingsovereenkomst te borgen. Een lokalisatie-voorziening is hiervoor een geschikte oplossing. De lokalisatie-voorziening zorgt ervoor dat alleen gegevens worden opgevraagd bij zorgaanbieders waar de patiënt al bekend is.
Behandelingsovereenkomst zorgaanbieder bij raadplegen van gegevens
Bij het raadplegen van gegevens is het in beginsel de verantwoordelijkheid van een dossierhouder om te controleren of er sprake is van een behandelingsovereenkomst met de patiënt. De dossierhouder kan dit echter niet goed zelf controleren. De dossierhouder is vaak niet betrokken bij een opvolgend zorgtraject. Wanneer de huisarts de patiënt bijvoorbeeld doorverwijst naar het ziekenhuis, weet de huisarts niet altijd welk ziekenhuis de patiënt kiest. Zoals hierboven aangeduid zijn er geen middelen om zekerheid te bieden aan de bron over het bestaan van een behandelingsovereenkomst. Wanneer gegevens worden geraadpleegd moet de dossierhouder er daarom op te vertrouwen dat de dossierraadpleger een behandelingsovereenkomst met de patiënt heeft.
Behandelrelatie zorgverlener bij raadplegen van gegevens
Welke zorgverleners de patiënt precies gaan behandelen, is vooraf niet altijd te zeggen. Hoofdbehandelaars kunnen bijvoorbeeld vervangen worden bij afwezigheid en veel zorgverleners werken in shifts en worden flexibel ingezet. Welke zorgverlener precies een behandelrelatie heeft met de patiënt, is soms voor een raadplegende instelling al lastig te bepalen. In dit vertrouwensmodel maken we daarom de afspraak dat de raadplegende zorgaanbieder controleert of er een behandelrelatie is met de raadplegende zorgverlener. De dossierhouder moet erop vertrouwen dat dit op de juiste manier gebeurt.
Principe | Wie is verantwoordelijk Dossierhouder of dossierraadpleger/-ontvanger | Invulling Twiin | Toelichting |
---|---|---|---|
Zorgaanbieders moeten zorgen dat enkel zorgaanbieders met een behandelingsovereenkomst en zorgverleners met een behandelrelatie het betrokken dossier kunnen raadplegen. | Bij verzenden: dossierontvanger Bij raadpleegbaar maken: dossierraadpleger | De dossierraadpleger en -ontvanger moeten beide een adequate autorisatiestructuur hebben ingericht en zorgdragen voor logging en controle van de logging. | Verdergaande waarborgen zouden ontwikkeld kunnen worden. De dossierhouder kan het bestaan van de behandelingsovereenkomst en de behandelrelatie met een dossierraadpleger niet controleren. Als de dossierraadpleger informatie kan toesturen, waarmee hij het bestaan van een behandelingsovereenkomst en behandelrelatie aantoont, is dat een waarborg. Wat nu al wel wordt vereist, is adequate logging waarmee dossierhouders achteraf de behandelingsovereenkomst en behandelrelatie kunnen controleren. De inrichting van de logging moet passen bij de complexiteit van het elektronisch uitwisselingssysteem. Zo nodig moeten zorgaanbieders aanvullende logging en controle van logging inrichten. |
Het Twiin Afsprakenstelsel is onder Creative Common Licentie
CC BY-SA Naamsvermelding-GelijkDelen https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/legalcode.nl