Dit is de consultatie versie van het Twiin Afsprakenstelsel Release 1.2.0
4 | Architectuur
Verbinden op alle lagen van interoperabiliteit
Hoe meer zorgorganisaties en zorgverleners gaan samenwerken in een keten of netwerk, hoe meer relaties er ontstaan. Deze partijen wisselen informatie uit, delen gegevens, gebruiken generieke functies en maken afspraken. De relaties die ontstaan zijn bestuurlijk, organisatorisch, juridisch, procesmatig, semantisch en technisch van aard; over alle lagen van het interoperabiliteitsmodel. Dit leidt tot een complexe situatie met vele zorgaanbieders, verschillende processen, informatiestromen, infrastructuren en koppelpunten. Om deze complexiteit beheersbaar te houden, is een verbindend afsprakenstelsel nodig: het Twiin Afsprakenstelsel.
In de visie van Twiin nemen knooppunten, generieke functies en gemeenschappelijke voorzieningen een essentiële plaats in. Om zorgaanbieders en bestaande zorgnetwerken met elkaar te verbinden op alle lagen van interoperabiliteit, maken we gebruik van knooppunten (in Twiin GtK's; Gevalideerde Twiin Knooppunten).
De begrippen knooppunt en gemeenschappelijke voorzieningen zijn geïnspireerd op de visie op zorginfrastructuren (Mallie e.a. 2019), maar ook op oplossingen in het buitenland, zoals Carequality (2019) en TEFCA (2019) in de USA of ELGA (2017) in Oostenrijk. Door knooppunten en gemeenschappelijke voorzieningen te implementeren verbinden en hergebruiken we bestaande netwerken.
Knooppunten passen bij Nederland! De Nederlandse zorg is organisatorisch sterk versnipperd. Vanuit de patiënt gezien is er enkel een relatie met een zorgaanbieder. Door de ontwikkeling van keten- en netwerkzorg, krijgen patiënten met meerdere zorgaanbieders te maken. De samenwerkingsverbanden die ontstaan, hebben behoefte aan beschikbaarheid van informatie over instellingsgrenzen heen. Professionals kunnen hierdoor beter hun werk doen en patiënten beter behandelen. Door de jaren heen zijn vele lokale en regionale (deel)oplossingen ontstaan voor de beschikbaarheid van gegevens. Op nationaal niveau kunnen instellingen echter niet of nauwelijks met elkaar uitwisselen. Twiin verbindt de deeloplossingen met het Twiin Afsprakenstelsel en de knooppunten. Hierdoor komen de idealen van 'continuity of care', beschikbaarheid van data en transparantie voor de patiënt dichterbij. |
Figuur 1 laat zien dat Twiin zich richt op zorgtoepassingen voor landelijke beschikbaarheid van informatie. Bestaande regionale, landelijke, categorale zorgnetwerken brengen we met elkaar in verbinding via knooppunten door afspraken en gemeenschappelijke voorzieningen. Uiteraard volgen we daarbij wet- en regelgeving. Bij elke uitwisseling, of het beschikbaar stellen van gegevens, zijn controles ingebouwd.
Twiin is een verbindend afsprakenstelsel
In verbinden en hergebruik van data zit grote waarde. Gegevens van één instelling, kunnen ook relevant zijn voor een zorgverlener bij een andere zorginstelling. We stellen: Twiin is een verbindend afsprakenstelsel. Maar wat betekent dat eigenlijk? Om verbinding tot stand te brengen, zijn er twee mogelijkheden: 1) het maken van gezamenlijke afspraken en 2) het overbruggen van verschillen.
Het maken van gezamenlijke afspraken doen we in het Twiin Afsprakenstelsel. Afspraken over doelstelling, principes, verantwoordelijkheden, governance, voorwaarden, wet- en regelgeving, adequate beveiliging, verkrijgen van vertrouwen en technische afspraken. Generiek, dus onafhankelijk van een zorgtoepassing. In het specifieke deel van het Afsprakenstelsel beschrijven we de implementatie van zorgtoepassingen, gebaseerd op het generieke deel.
Het is niet altijd mogelijk om (direct of op korte termijn) te voldoen aan de gemeenschappelijke afspraken en verschillen moeten worden overbrugd. Het Twiin Afsprakenstelsel biedt een aantal ‘verbindende functies’ op verschillende niveaus :
Organisatie; doormiddel van het groeimodel en de deelnemersovereenkomst met samenwerkingsvoorwaarden
Twiin Dienstverlener; om zorgaanbieders te ondersteunen toe te groeien naar het voldoen aan het Twiin Afsprakenstelsel
Technische Translatie; Op technisch vlak zijn translatiefuncties voor het vertalen van verschillende standaarden. Hierbij valt onderscheid te maken in:
Syntactische translaties (bv van FHIR STU3 naar FHIR R4)
Semantische translaties (bv van BgZ2017 naar BgZ2020)
Contenttransformatie: Omzetten van bijvoorbeeld de content van een CDA document in een XDS repository naar FHIR syntax en visa-versa
Infrastructurele-integratie: gaat over alle aspecten van het op elkaar aansluiten van de security methodiek en de metadata die gebruikt worden binnen de twee infrastructuren (bijvoorbeeld: token migratie)
Workflow-synchronisatie: gaat over het overbruggen van verschillende workflow mechanismen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het omzetten van een pull transactie van resources naar een document
Deze translaties kunnen op 2 manieren plaats vinden:
Onder verantwoordelijkheid van de verzender of de ontvanger;
Via een centrale dienst, die de translatie uitvoert.
Waarbij we met betrekking tot verantwoordelijkheden een onderscheid kunnen maken tussen specificeren van de translatie en de operatie van de translaties.
In lijn met het FHIR besluit (zie website NICTIZ en VWS) ondersteunt Twiin geen translaties tussen FHIR en CDA. We sluiten hierbij aan bij de uitgangspunten en besluiten binnen stelselregie.
Databeschikbaarheid
Twiin onderschrijft de visie over databeschikbaarheid zoals verwoord in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en de Nationale Visie en Strategie (NVS). Twiin heeft bij de start in 2019 als uitgangspunt data- en beeldbeschikbaarheid gehanteerd.
Actoren
De Twiin architectuur kent organisaties en technische componenten als actoren. Dit deel bevat een beschrijving van de verschillende actoren. In de technische kern en de implementatiewijzer van de zorgtoepassingen van Twiin komen deze actoren terug in de uitwisselpatronen, transactiesschema’s en PvE’s
Het Twiin Afsprakenstelsel is onder Creative Common Licentie
CC BY-SA Naamsvermelding-GelijkDelen https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/legalcode.nl