Document toolboxDocument toolbox

PSA Discovery binnen MedMij

Inleiding

Deelnemers van MedMij moeten weten waar ze elkaar kunnen bereiken. Dat betekent in de digitale wereld dat de endpoints van de gebruikte/geboden services bekend moeten zijn. Endpoints die in het frontchannel-verkeer gebruikt worden voor redirects, in de backchannel voor de aanroep van API’s.

In de huidige situatie staan de endpoints van de Dienstverlener aanbieders op de Zorgaanbiederslijst (ZAL). Hieraan kleeft een aantal nadelen die opgelost moeten worden:

  1. Centrale registratie van endpoints zorgt voor een verantwoordelijkheid bij Medmij die in een decentraal stelsel bij de deelnemers zelf belegd kan worden.

  2. Centrale registratie zorgt in de toekomst mogelijk voor schaalbaarheidsproblemen. Met de huidige set van Deelnemers zien we een ZAL van zo’n 21 MB. Nieuwe registraties zorgen voor groei van dit bestand, wat de performance niet ten goede komt.

  3. Ook is de hoeveelheid dubbele informatie in de huidige lijsten enorm. Hierdoor is de ZAL onnodig groot. Een herstructurering is gewenst, alsmede een aanpassing van het proces.

  4. Centrale registratie zorgt voor onze deelnemers voor dubbel werk en een langere doorlooptijd. In het eigen systeem worden de endpoints ontwikkeld, waarna deze in MedMij beheer geregistreerd moeten worden. Ontwikkeling en registratie worden niet altijd door dezelfde rol binnen een organisatie gedaan, waardoor interne communicatie nodig is.

  5. De lijst is opgesteld in XML. Hoewel XML op zichzelf een prima manier is om informatie te structureren, zorgt het ervoor dat de lijst voor sommige ontwikkel talen lastig uit te lezen is. Er moeten externe libraries worden gebruikt binnen de verschillende ontwikkeltalen, die de performance van de systemen niet verbetert.