Beschrijving
Elke resource moet uniek identificeerbaar zijn door de business en technische systemen. Hypermedia/links kunnen hierbij gebruikt worden om referenties of verwijzingen naar resources te gebruiken.
Rationale
Logische ID
Elke resource heeft een ID-element dat de "logische ID" (logical ID) bevat.
Bedrijfsidentifier
Een "bedrijfsidentifier" wordt gebruikt om resources uniek te kunnen identificeren met (andere) systemen, die in andere omgevingen/domeinen aanwezig zijn.
Bijvoorbeeld elke patiënt kan men identificeren a.d.h.v. een e-mail adres (geregistreerd bij IRMA) of een BSN, een zorgverlener kan men identificeren via zijn AGB code en een taak kan men identificeren aan een Taaknummer.
Met de hulp van de "bedrijfsidentifier" kan je altijd achterhalen of de resource instantie al aanwezig en bekend is. Hiermee kan men vervolgens ook de "logische ID" achterhalen, als deze resource instantie bij de FHIR Resource Provider is aangemeld.
Referenties
De "logische ID" (logical ID) wordt gebruikt als referentie in resources.
Referentie integriteit
Aanname is dat de gebruikte FHIR (Resource) Provider referentie integriteit afdwingt.
Implicaties
Logische ID
- Wanneer een nieuwe resource wordt aangemeld bij de FHIR Resource Provider, geeft de FHIR Resource Provider een nieuwe uniek logische id af binnen het domein van alle resources van hetzelfde type op dezelfde FHIR Resource Provider.
- Eenmaal toegewezen door de FHIR Resource Provider, wordt de "logische id" NOOIT gewijzigd.
- De locatie van een resource-instantie is een absolute (locatie) URL die is samengesteld uit het basisadres waarop de instantie is gevonden, het resourcetype en de logische ID, zoals: https:/vzvz.fhir.nl/Patient/123 (waarbij 123 is de logische id van een patiënt).
- Wanneer een resource wordt gekopieerd van de ene provider naar een andere provider, kan de kopie al dan niet dezelfde logische id op de nieuwe server behouden. Dit is afhankelijk van replicatie en beleid.
Bedrijfsidentifier
- Naast de "logische ID" (logical ID) moet bij de resource ook minimaal één "bedrijf identifier" (business identifier) element gebruikt worden, die door de cliënt applicatie worden toegekend, die het originele bronsysteem is.
- De applicatie die een nieuwe resource instantie creëert en publiceert MOET het bedrijfsidentifier element (Identifier type) specificeren, als het identifier element in de resource instantie beschikbaar is.
Referenties
- De "logische ID" (logical ID) wordt eenmaal toegewezen
EN - wijzigt NOOIT.
Referentie integriteit
- Resources moeten altijd worden aangeboden in dezelfde volgorde waarin referenties verwijzen naar reeds bestaande resources. In het geval dat er een eHealth Taak wordt aangeboden, zullen dus eerst de eHealth Activiteit (ActivityDefinition) en Patient resource waar deze eHealth Taak naar verwijst moeten bestaan.
Voorbeelden
Bedrijfsidentifier
{ "resourceType":"Patient", "id": "4497", "identifier":[ { "use":"usual", "system":"https://irma.app/email", "value":"bard.klein@vzvz.nl" }, { "use": "official", "system": "urn:oid:2.16.840.1.113883.2.4.6.3", "value": "123456789" } ] }
GET [base]/Patient?identifier=urn:oid:2.16.840.1.113883.2.4.6.3|123456789
Referenties
{ "resourceType": "Task", "for": { "reference": "Patient/61", "type": "Patient" } }
Referentie integriteit
Aanname is dat de gebruikte FHIR (Resource) Provider referentie integriteit afdwingt, waardoor resources altijd moeten worden aangeboden in zo'n volgorde dat referenties verwijzen naar reeds bestaande resources. In het geval dat er een eHealth Taak wordt aangeboden, zullen dus eerst de eHealth Activiteit (ActivityDefinition) en de Patient resource (waarnaar deze eHealth Taak verwijst) moeten bestaan.
Toepassingsgebied
FHIR identifiers
Onderbouwen
Zie beschrijving
Eisen
Referenties
Zie Identifier https://www.hl7.org/fhir/datatypes.html#identifier