- Yvonne Pijnacker introductie van raadpleging met context en resultaat met bouwstenen. Termen toelichten.
Een raadpleging aan het LSP moet altijd de context meegeven waarbinnen de opvraging gedaan wordt. De context maakt duidelijk met welke focus en waarom de vraag wordt gesteld. Elke zorgtoepassing op het LSP kent een vastgestelde set aan contexten. Voor de zorgtoepassing Medicatieoverdracht zijn de onderstaande contextcodes gedefinieerd. Elke context heeft een unieke contextcode uit een (centrale) waardenlijst.
Context | Display naam | MA | TA | MGB | MVE | MTD | WDS | VV | Tijdsvenster |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
MEDGEG | Therapeutische medicatiegegevens | x | x | x | x | Begindatum: datum van opvraging minus 400 dagen. Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster). | |||
MEDGEGTOT | Therapeutische en logistieke medicatiegegevens | x | x | x | x | x | x | Begindatum: datum van opvraging minus 400 dagen. Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster). | |
MEDMTD * | Medicatietoedieningen | x | Begindatum: datum van opvraging minus 24 uur. Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster). | ||||||
MEDMTDTOT * | Benodigde medicatiegegevens om toedienlijst samen te stellen | x | x | x | x | Begindatum: datum van opvraging minus 400 dagen. Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster). |
*) LET OP: MEDMTD EN MEDMTDTOT zijn pas later beschikbaar. Gebruik voorlopig MEDGEGTOT voor de raadpleging van de toedieningen (MTD) bouwstenen.
Het is mogelijk om het voorgedefineerde tijdsvenster specifiek in te vullen. Dat kan op de volgende manieren:
gebruiksperiode
toedieningsperiode
verstrekkingsperiode
Indien deze perioden worden ingevuld, dan worden deze data op een gedefinieerde mapping (zie berichtspecificaties Art-decor) overgenomen in de bouwsteen queries richting XIS'en van specifieke zorgaanbieders.
Het is ook mogelijk om het tijdsvenster zo in te vullen dat alleen de gewijzigde medicatiegegevens van de laatste 24 uur worden opgevraagd. De exacte mogelijkheden staan beschreven in de berichtspecificaties op Art-Decor.
Opvragingen vanuit een PGO door de Patiënt
De patiënt is geautoriseerd om alle medicatiegegevens, dus alle bouwstenen, te mogen opvragen. Dit werkt op een andere manier dan zorgaanbieder-zorgaanbieder communicatie en volgt de afspraken die gemaakt zijn in het MedMij-afsprakenstelsel (zie Actuele gegevensdiensten (medmij.nl) ). De medicatiegegevens worden ontsloten via een DVA richting de PGO. Dat kan LSP+ zijn, maar ook andere DVA's zijn mogelijk. Bij LSP+ wordt geen gebruik gemaakt van contexten. Vanuit de MedMij gegevensdienst 'Medicatiegegevens' wordt direct een vertaling gemaakt naar de juiste bouwsteen queries. Een tweede verschil is dat dit op dit moment een gerichte bevraging betreft bij een specifieke zorgaanbieder en geen gespreide bevraging.
MEDGEG en MEDGEGTOT
M.b.v. de MEDGEG context toont de bevrager zijn/haar informatiebehoefte in de therapeutische bouwstenen. Hierbij is de gegevensverzameling die relevant is voor het ondersteunen van de therapeutische behandeling bijv. voor voorschrijven, verstrekken en medicatiebewaking. MEDGEGTOT wordt gebruikt door de bevrager om aan te geven dat de informatiebehoefte uitgaat naar de therapeutische bouwstenen inclusief de logistieke bouwstenen.
De patiënt komt op consult bij de huisarts. Het HIS raadpleegt de meest actuele medicatiegegevens, waarbij het hier gaat om de therapeutische medicatiebouwstenen (context MEDGEG). Uit het gesprek blijkt dat de patiënt medicatie nodig heeft. De huisarts schrijft de benodigde medicatie voor. Deze informatie stuurt hij op naar de openbare apotheek waar de patiënt staat ingeschreven. De openbare apotheek ontvangt de voorgeschreven informatie en stelt de toediening, dosering en verstrekking op. De patiënt krijgt deze informatie op de verpakking te zien en krijgt het tevens mondeling toegelicht van de apothekersassistente. |
MEDMTD
MEDMTD wordt tevens gebruikt door ETDR-systemen. Vaak worden vooral veel wijzigingen gemaakt op medicatietoedieningen. Op basis van een signaal kunnen gericht en accuraat de nieuwe medicatietoedieningen bij een zorgaanbieder worden opgevraagd. Niet alleen wordt op deze manier de belasting van bronsystemen zoveel mogelijk beperkt en hoeft het ETDR-systeem minder gegevens te verwerken, maar ontvangt de zorgaanbieder gerichte wijzigingen waarin degene verantwoordelijk is voor het verlenen van goede zorg aan de patiënt.
Het 24-uurs tijdsvenster van MTD is specifiek gericht op het signaleren van nieuwe medicatietoedieningen en wijzigingen op korte termijn. Voor patiënten in VVT-instellingen, die vaak langdurig verblijven (tot overlijden), zijn de meeste dagelijkse medicatietoedieningen routine. Echter, bij overplaatsing naar het ziekenhuis of bij ontslag is het cruciaal dat andere zorgverleners inzicht hebben in de medicatietoedieningen om de continuïteit van zorg te waarborgen. Dus om een overvloed aan meldingen te voorkomen, kunnen zorgverleners ervoor kiezen zich te abonneren op de contextcode MEDMTD met de MTD-bouwsteen en een 24-uurs tijdsvenster.
Het 24-uurs tijdsvenster is genomen volgens de richtlijn Medicatieoverdracht. Daarin dienen zorgverleners alle andere zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van de patiënt binnen 24 uur op de hoogte te stellen van wijzigingen in medicatiegegevens. Dit is bij opname en ontslag cruciaal.
De patiënt krijgt thuiszorg en gaat eerder op die dag naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis vinden enkele toedieningen plaats. Het ETDR-systeem van de thuiszorg heeft eerder abonnement genomen op de context MEDMTD en krijgt daarom nu een signaal dat er gegevens gewijzigd zijn. Hierop vraagt het ETDR-systeem de toedieningen van het ziekenhuis op o.b.v. deze context. Het ETDR-systeem verwerkt de ontvangen gegevens in het dossier van de thuiszorgorganisatie. Zo is de thuiszorgorganisatie op de hoogte van alle medicatietoedieningen. Als ze zien dat een bepaalde toediening eerder op die dag al is gegeven bij andere zorgaanbieder, bijv. het ziekenhuis, dan kunnen ze een dubbele dosis voorkomen. |
MEDMTDTOT
ETDR-systemen hebben de verantwoordelijkheid om de toedienlijst samen te stellen. M.b.v. de contextcode MEDMTDTOT kunnen deze systemen aangeven dat zij informatiebehoefte hebben in de relevante inputgegevens voor de toedienlijst. MEDMTDTOT wordt gebruikt door ETDR-systemen om de toedienlijst samen te stellen. Ook wordt deze context gebruikt door ETDR-systemen om bij andere zorgaanbieders voor nieuwe toedieningen voorafgaande aan het samenstellen van de toedienlijst raad te plegen. De best practice hier is om een abonnement te nemen op deze context, zodat alleen bij wijzigingen een gerichte opvraging wordt uitgevoerd. Hierbij kan een kleinere periode worden opgevraagd, dus van een dag geleden.
Een 400 dagen tijdsvenster biedt zorgverleners de mogelijkheid om over een langere periode o.a.:
Behandelingen effectief uit te voeren en de veiligheid van medicatietoediening te bewaken.
De therapietrouw van patiënten te monitoren.
Mogelijke interacties tussen verschillende medicijnen te evalueren.
Het dagelijkse ritme van de patiënt waar nodig aan te passen.
Chronische aandoeningen te volgen en tijdig bij te sturen.
Een thuiszorg organisatie wil het ETDR-systeem de toedienlijst laten samenstellen. De context MEDMTDTOT levert hiervoor alle benodigde medische gegevens. |