...
1. | Eigenaar MedMij neemt de functionele rol van MedMij Beheer op zich. Er is één Eigenaar MedMij die één MedMij Beheer speelt. |
| |||||||||||
2. | Een Deelnemer neemt de functionele rol van Dienstverlener persoon en/of Dienstverlener aanbieder op zich. Hierbij speelt één Deelnemer één of meerdere dienstverleners en wordt elke dienstverlener gespeeld door één Deelnemer. |
| |||||||||||
3. | Dienstverlener persoon biedt aan Persoon, in het kader van de toepasselijke Dienstverleningsovereenkomst, een geautomatiseerde rol ter gebruik, hier genoemd: DVP Server. Eén Dienstverlener persoon biedt één of meerdere DVP Servers en elke DVP Server wordt door één Dienstverlener persoon geboden. |
| |||||||||||
4. | Dienstverlener aanbieder biedt een geautomatiseerde rol Authorization Server, voor het namens Aanbieders uitwisselen van gezondheidsinformatie met DVP Server. Deze rol wordt altijd in combinatie met een Resource Server. |
| |||||||||||
5. | Dienstverlener aanbieder biedt een geautomatiseerde rol Resource Server, voor het namens Aanbieders uitwisselen van gezondheidsinformatie met DVP Server. Eén Dienstverlener aanbieder biedt één of meer combinaties van één Authorization Server en één Resource Server en elke combinatie van één Authorization Server en één Resource Server wordt door één Dienstverlener aanbieder geboden. |
| |||||||||||
6. | Persoon gebruikt één geautomatiseerde rol User Agent voor toegang tot de functionaliteit van DVP Server en Authorization Server. User Agentpresenteert de functionaliteit aan Persoon, spreekt DVP Server aan en verwijst de Persoon naar de Authorization Server. |
| |||||||||||
7. | MedMij Beheer ontsluit ten behoeve van alle betrokkenen een geautomatiseerde rol, hier genoemd: MedMij Registratie. |
| |||||||||||
8. | Ten behoeve van het authenticeren van Persoon, zal de betrokken Authorization Server, in de rol van Authentication Client, gebruikmaken van de Authentication Server van een Dienstverlener authenticatie. |
| |||||||||||
9. | Ten behoeve van het autoriseren van DVP Server voor toegang tot Resource Server, in het kader van de functies Verzamelen en Delen, zullen de betrokken User Agent, DVP Server, Authorization Server en Resource Server gebruik maken van OAuth 2.0, waarbij als grant type gebruik wordt gemaakt van Authorization Code en waarbij:
|
| |||||||||||
10. | Als MedMij-verkeer is gedefinieerd: al het gegevensverkeer in het kader van enige usecase-implementatie, onmiddellijk tussen twee verschillende van de vier volgende soorten rollen, namelijk:
met dien verstande dat:
|
| |||||||||||
11. | In het MedMij-netwerk functioneert:
|
| |||||||||||
12. | Op één Node functioneert hetzij één Authorization Server, hetzij één Resource Server, hetzij een combinatie van voorgaande rollen. |
|
...
1. | MedMij Beheer beheert en publiceert een Aanbiederslijst, namens de deelnemende Dienstverlener aanbieder. De gepubliceerde Aanbiederslijst bevat steeds en slechts alle actuele entries, en beschrijft van elke Aanbieder:
|
| |||||||||||||
2. | MedMij Beheer beheert en publiceert, in de Aanbiederslijst, unieke en gebruikersvriendelijke namen van Aanbieders, van het formaat
|
| |||||||||||||
3. | MedMij Beheer biedt aan Dienstverleners persooneen functie (Opvragen Aanbiederslijst) om de actuele versie van die Aanbiederslijst op te vragen. Betrokken rollen gebruiken hiertoe het betreffende stroomdiagram. |
| |||||||||||||
4. | MedMij Registratie en elke DVP Server implementeren de functie Opvragen Aanbiederslijst, door middel van het bepaalde inzake het Aanbiederslijstinterface op Interfaces lijsten. Zij gebruiken hiertoe het betreffende stroomdiagram. |
| |||||||||||||
5. | DVP Server betrekt minstens elke vijftien minuten (900 seconden) de meest recente Aanbiederslijst van MedMij Registratie. |
| |||||||||||||
6. | DVP Server valideert elke nieuw verkregen Aanbiederslijst tegen het XML-schema van de Aanbiederslijst. |
|
...
1. | MedMij Beheer beheert en publiceert een actuele Whitelist, namens de deelnemende Dienstverleners aanbiederen Dienstverleners persoon. De Whitelist beschrijft welke Nodes in MedMij-verkeer mogen deelnemen. De Whitelist voldoet aan wat over haar is bepaald in de Informatiemodellen. |
| |||||||||||
2. | MedMij Beheer biedt aan Deelnemers de functie Opvragen Whitelist om de actuele versie van die Whitelist op te vragen. Betrokken rollen gebruiken hiertoe het betreffende stroomdiagram. |
| |||||||||||
3. | De MedMij Stelselnode biedt aan Nodes de functie Opvragen Whitelist om de actuele versie van de Whitelist op te vragen. Betrokken rollen gebruiken hiervoor het betreffende stroomdiagram. |
| |||||||||||
4. | Het aandeel van de MedMij Stelselnode in de functie Opvragen Whitelist is voor minstens 99,9% van de tijd beschikbaar. MedMij Registratie laat, na het niet beschikbaar raken van het aandeel van MedMij Stelselnode in de usecase, maximaal acht uren (480 minuten) verstrijken voordat het weer beschikbaar is. |
| |||||||||||
5. | Nodes betrekken minstens elke vijftien minuten (900 seconden) de meest recente Whitelist van MedMij Registratie. |
| |||||||||||
6. | MedMij Registratie heeft
|
| |||||||||||
7. | Nodes valideren elke nieuw verkregen Whitelist tegen het XML-schema van de Whitelist. Alle hostnames op de Whitelist zijn fully-qualified domain names, conform RFC3696, sectie 2. |
| |||||||||||
8. | Ten behoeve van de technische beveiliging van het gegevensverkeer, dat zich voltrekt in het kader van de functie Opvragen Whitelist,maken betrokken rollen gebruik van Versleuteling, Server Authentication en Server Authorization. |
| |||||||||||
9. | Backchannel Nodes laten, elk hunnerzijds, backchannel-verkeer over het MedMij-netwerk dan en alleen dan doorgang vinden, nadat zij hebben vastgesteld dat de hostname van de andere Node, waarmee verbinding gemaakt zou worden, op de meest actuele Whitelist voorkomt.
|
| |||||||||||
10. | De Node die
|
| |||||||||||
11. | Voor zover de Dienstverlener aanbiederervoor kiest de controle tegen de Whitelist na afloop van de TLS-handshake uit te voeren, is deze controle logisch gescheiden van de bedoelde eerstvolgende stap. De vereiste volgordelijkheid kan worden aangetoond door middel van code-inspecties, penetratietesten en inspecties van logs.
|
| |||||||||||
12. | Indien een Whitelist-controle, in het kader van verantwoordelijkheid core.whl.307 en core.whl.308, niet kan worden uitgevoerd, of een negatief resultaat oplevert, breekt dit de voortgang af van de uitvoering van de functie en stellen de betrokken Applicatie-rollen elkaar hiervan niet op de hoogte.
|
|
...
1. | In het gegevensverkeer voor de functies Verzamelen, Delen, Opvragen Aanbiederslijst, Opvragen OAuth Client List en Opvragen Gegevensdienstnamenlijst, maken betrokken rollen gebruik van de functies Versleuteling, Server Authentication en Server Authorization, zoals beschreven onder TLS en certificaten. |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | De OAuth Client en OAuth Authorization Server gebruiken voor al hun onderlinge verkeer PKI-certificaten, en wel servercertificaten, ten behoeve van de authenticatie van de andere server in een uitwisseling.
|
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | De OAuth Client realiseert de volgende beveiligingsmaatregelen, conform RFC 6819:
|
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | De OAuth Client realiseert de volgende beveiligingsmaatregelen, conform RFC 6819:
|
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | De OAuth Authorization Server realiseert de volgende beveiligingsmaatregelen, conform RFC 6819:
|
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | OAuth Client, OAuth Authorization Server en OAuth Resource Server implementeren de op deze respectievelijke rollen toepasselijke beveiligingsmaatregelen, volgens paragaaf 5.3 van RFC 6750.
|
|
...
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Voor het opstellen van bovenstaande verantwoordelijkheden is gebruikgemaakt van RFC 6819 van IETF, dat een uitgebreide inventarisatie van die risico's bevat, inclusief een reeks van maatregelen per risico. Waar het risico van toepassing is op het gebruik van OAuth binnen MedMij, en de maatregelen passen binnen de MedMij-principes, zijn zij opgenomen in het afsprakenstelsel. Met betrekking tot het gestelde in sectie 3.1 van RFC 6819 kan gesteld worden dat MedMij uitgaat van:
In hoofdstuk 4 van RFC 6819 staat een uitgebreide lijst van beveiligingsrisico's. Niet van toepassing zijn, voor de deze release van het afsprakenstelsel:
Wel van toepassing zijn:
In relatie tot het MedMij Afsprakenstelsel vallen de maatregelen die getroffen moeten worden ter mitigatie van deze risico's uiteen in drie groepen:
|
Logging
1. | Dienstverlener persoon zal het logbestand inrichten zoals bedoeld in de AVG en NEN 7513:2018, van de door enige Persoon bij enige Dienstverlener aanbieder uitgevoerde functies.
|
| |||||||||||
2. | De bewaartermijn van de logbestanden is ten minste 24 maanden en niet meer dan 36 maanden. Na de bewaartermijn van de logbestanden moeten deze vernietigd worden.
|
| |||||||||||
3. | Bij het loggen van verzonden resource requests neemt de OAuth Client ook het MedMij-Request-ID Header Field op in het logbestand. |
| |||||||||||
4. | Bij het loggen van ontvangen resource requests neemt de OAuth Resource Server ook het MedMij-Request-ID Header Field op in het logbestand. |
|
Portabiliteit
1. | Dienstverlener persoon biedt Persoon de mogelijkheid om een Portabiliteitsrapport te verkrijgen. Daarmee kan Persoon geautomatiseerd een lijst exporteren, genaamd het Portabiliteitsrapport. Het Portabiliteitsrapport omvat de gegevens van alle keren, gedurende een zekere periode, dat Persoon deze Dienstverlener persoon bij een Aanbieder gezondheidsinformatie volgens een zekere Gegevensdienst heeft verzameld. De gegevens die met de functie Verwijder gegevens zijn verwijderd worden niet in het Portabiliteitsrapport opgenomen. |
core.portabiliteit.100 | |||||||||||
2. | Dienstverlener persoon biedt Persoon pro-actief de export van een Portabiliteitsrapport aan:
|
| |||||||||||
3. | Dienstverlener persoon beperkt Persoon niet in het gebruik van de Portabiliteitsrapport in de relatie van Persoon met mogelijke andere en/of latere Dienstverlener persoon. |
| |||||||||||
4. | Het Portabiliteitsrapport voldoet aan hetgeen daarover bepaald is in de Informatiemodellen en heeft de technische vorm van een XML-document, dat voldoet aan het XML-schema dat op de pagina XML-schema's te vinden is.
|
|
...