/
(v4) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)

(v4) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)

De Wet BIG heeft als doel om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren.43 De wet spitst zich toe op de individuele gezondheidszorg, dat wil zeggen zorg die rechtstreeks is gericht op een persoon.  

Beroepsbeoefenaren 

De Wet BIG bevat een systeem van titelbescherming voor een beperkt aantal beroepsgroepen. Wie een wettelijk geregeld beroep uitoefent, mag een publiekrechtelijk beschermde beroeps- of opleidingstitel voeren. Om te worden aangemerkt als een beroepsbeoefenaar in de zin van de Wet BIG moet worden voldaan aan een aantal wettelijke eisen. De belangrijkste daarvan hebben betrekking op de opleiding. Door een beschermde titel te voeren is voor derden duidelijk op welk gebied een bepaalde beroepsbeoefenaar deskundig is. 

Het systeem van titelbescherming in de Wet BIG is voor de landelijke infrastructuur van belang omdat alleen beroepsbeoefenaars en door hen gemandateerde medewerkers hiertoe toegang kunnen krijgen. 

Een beroep kan op twee manieren wettelijk worden geregeld. Er is een ‘zware’ regeling bij wet (artikel 3 Wet BIG) en een ‘lichte’ regeling bij algemene maatregel van bestuur (artikel 34 Wet BIG). Bij wet worden acht beroepen geregeld, te weten: arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige en verpleegkundige. 

Voor elk van de genoemde beroepen stelt de rijksoverheid registers in. Het gaat hier om een zogeheten constitutieve registratie. Die komt erop neer dat alleen geregistreerde personen de beroepstitel mogen voeren en dat alleen zij vallen onder het tuchtrecht.  

Ook derden kunnen op verzoek informatie krijgen uit het register. Zij kunnen dus nagaan of een beroepsbeoefenaar met recht een beschermde beroepstitel voert en of er mogelijk sprake is van beperkende voorwaarden op het punt van de beroepsuitoefening. 

De ‘lichte’ regeling bij algemene maatregel van bestuur is voornamelijk bedoeld voor de paramedische beroepen. Voorbeelden zijn: de diëtist, de logopedist en de mondhygiënist. In de algemene maatregel van bestuur wordt het deskundigheidsgebied omschreven en de opleiding geregeld. Wie aan de gestelde eisen voldoet heeft het recht een opleidingstitel te voeren. De overheid houdt voor deze beroepsgroepen geen register bij. In de praktijk worden dergelijke registers veelal wel bijgehouden door de beroepsgroepen.  

Tuchtrecht 

Voor de acht bij wet geregelde beroepen voorziet de Wet BIG in tuchtrechtspraak. 

Deze dient voor het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening.  

De Wet BIG geeft twee tuchtnormen.44 De eerste heeft betrekking op zorgvuldigheid bij het verlenen van zorg van de geregistreerde beroepsbeoefenaar ten opzichte van de patiënt. De tweede norm geldt voor alle andere gedragingen die strijdig zijn met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg, waaronder mede enig handelen of nalaten in strijd met hetgeen bij of krachtens de artikelen 13h en 13hb van de Kaderwet is bepaald.45 Tuchtrecht, strafrecht en burgerlijk recht kunnen overigens tegelijkertijd worden toegepast. 

Als een tuchtcollege een klacht gegrond acht, volgt er altijd een maatregel. Schuldigverklaring zonder strafoplegging is niet mogelijk. Op grond van artikel 48 Wet BIG kunnen verschillende tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd. Opklimmend naar zwaarte zijn dat:  

waarschuwing; 

berisping; 

geldboete van ten hoogste € 4500; 

schorsing van de inschrijving in het register voor ten hoogste één jaar; 

gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het beroep uit te oefenen onder het voeren van de titel; 

doorhaling van de inschrijving in het register. 

Wie zijn of haar inschrijving heeft verloren bij wijze van tuchtrechtelijke maatregel, kan niet opnieuw in het register worden opgenomen en niet meer de wettelijk beschermde titel voeren. Voor artsen, tandartsen en verloskundigen betekent dit tevens dat zij niet langer bevoegd zijn om zelfstandig voorbehouden handelingen te verrichten. De waarschuwing, berisping en geldboete leiden niet tot een beperking van de beroepsuitoefening.  

Strafbepalingen 

De Wet BIG kent naast tuchtrechtelijke maatregelen ook strafbepalingen.46 Die bepalingen gelden voor iedereen die bepaalde in de wet opgenomen verboden of verplichtingen niet nakomt. Dat kunnen behalve beoefenaren van wettelijk geregelde beroepen ook anderen zijn die beroepsmatig handelen. Er worden drie straffen genoemd, te weten: hechtenis, geldboete en ontzetting uit het beroep.

Related content

(v3) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
(v3) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
More like this
(v2) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
(v2) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
More like this
(v1) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
(v1) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
More like this
(current) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
(current) Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
More like this
Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
More like this
(v3) De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO)
(v3) De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO)
More like this