In de doelstelling van stichting Koppeltaal is middels het woord ‘interne’ een beperking voor de gegevensuitwisseling opgenomen. Met deze beperking wordt bedoeld dat gegevensuitwisseling altijd plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van één zorgaanbieder.
Gegevens worden uitgewisseld tussen verschillende dienstverlenende applicaties. In Koppeltaal staat het begrip applicaties voor alle vormen van ICT-systemen en eHealthplatforms die voor een zorgaanbieder relevant zijn om gegevens tussen uit te wisselen in de context van eHealth activiteiten in zorginstellingen. De dienstverlenende applicaties worden geleverd door verschillende leveranciers. Deze leveranciers kunnen hun dienstverlenende applicaties ontsluiten via Koppeltaal onder de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Alle FHIR resources van één zorgaanbieder kunnen via de Koppeltaal (FHIR Resource) Provider ontsloten worden, voor die dienstverlenende applicaties die aangesloten zijn op Koppeltaal. Daarbij maken wij gebruik van gemeenschappelijke begrippen en standaarden die gebaseerd zijn op HL7/FHIR (https://www.hl7.org/fhir/http.html).
Het volgende diagram geeft een overzicht van de FHIR Resources (Koppeltaal basis set) en de onderlinge relaties tussen de resources voor Koppeltaal 2.0.
Alle FHIR Resources in Koppeltaal 2.0 zijn gebaseerd op FHIR Release #4 (4.0.1 2019-10-30) - http://hl7.org/fhir/R4/. De oranje relaties zijn uitbreidingen (of extensies) op FHIR R4,
De gemarkeerde FHIR Resources in onderstaande tabel zijn in de PoC opgepakt.
Gegevens (ontology) | Beschrijving | FHIR R4 Resource |
Metadata | Elke FHIR Resource bevat een "meta" element van het type Meta wat een set metadata is die technische content meegeeft aan de resource. Binnen de context van Koppeltaal zullen we gebruik maken van enkele elementen uit de metadata set. | Resource.meta |
eHealth Mogelijkheden | Elke aangeboden eHealth (FHIR) dienst waarmee verbinding gemaakt kan worden voor het bezorgen en/of ophalen van informatie, bevat een gedetailleerde lijst van de aangeboden FHIR interface implementaties, zoals:
| CapabilityStatement |
eHealth Activiteit | Beschrijving van een eHealth activiteit | |
Gegevensbundel | Het bundelen van een gegevens set. | Bundle |
eHealth Taak | De aan een patiënt toegewezen eHealth activiteit. | |
Zorgteam | Beschrijft het zorgteam met de participanten. | |
Patiënt | De persoon die in behandeling is bij de zorgaanbieder. | |
Behandelaar | De zorgverlener die in overleg met de patiënt een eHealth activiteit toewijst. | |
Zorginstelling of zorgaanbieder | De zorgaanbieder (organisatie) die verantwoordelijk is voor de zorg activiteiten. | |
Derde | Naaste van de patiënt die betrokken is in het behandelproces. | |
eHealth Punt | Een eHealth (eind)punt is een technische representatie van een applicatie die één of meerdere eHealth diensten aanbiedt. | Endpoint |
eHealth Abonnement | Een abonnement wordt gebruikt om geïnformeerd te worden over wijzigingen op (bron)gegevens door andere systemen. Nadat een abonnement is geregistreerd en wijzigingen op brongegevens komen die overeen komen met een vastgelegde criteria, verzendt deze een bericht (notificatie) op een voor gedefinieerde "kanaal", zodat een ander systeem hierop actie kan ondernemen. | Subscription |
Applicatie problemen | Brengt specifieke gedetailleerde verwerkbare informatie over, over problemen op applicatie niveau die ontstaan bij een (HTTP- RESTFul API) interactie. | OperationOutcome |
FHIR Resource | Element | Verplicht in KT 2.0 | Business | Reden |
Patient | ||||
identifier | X | Elke patiënt moet uniek te identificeren zijn, zodat we altijd de gegevens opvragen en kunnen wijzigen | ||
active | X | Of de patiënt actief is, binnen Koppeltaal context | ||
name | ||||
telecom | ||||
gender | ||||
birthDate | ||||
managingOrganization | ||||
photo | ||||
contact | ||||
Practitioner | ||||
identifier | X | Elke behandelaar moet uniek te identificeren zijn | ||
active | X | Of de behandelaar actief is | ||
name | ||||
telecom | ||||
gender | ||||
RelatedPerson | ||||
identifier | X | |||
active | X | |||
patient | X | Uit FHIR R4 | ||
name | ||||
gender | ||||
Task | ||||
instantiatesCanonical | X | In de context van Koppeltaal is een ActivityDefinition nodig | ||
ext: observer | ||||
status | X | |||
intent | X | |||
executionPeriod | ||||
requester | ||||
owner | X | Referentie naar de patiënt | ||
restriction | ||||
for | ||||
ActivityDefinition | ||||
ext: publisher-identifier | X | |||
ext: KT2_EndpointExtension | X | |||
url | ||||
identifier | ||||
name | X | |||
title | ||||
status | X | |||
description | ||||
code | Detail type of activity | |||
topic | topics: behandeling, educatie, assessment | |||
Endpoint | ||||
identifier | X | wordt hier de client_id gevuld? | ||
status | X | |||
name | ||||
address | X | |||
connectionType | X | |||
payloadType | X | |||
managingOrganization | ||||
Subscription | ||||
status | X | |||
criteria | X | |||
reason | X | |||
channel | X | |||
channel.type | X | VERPLICHT: rest-hook | ||
channel.endpoint | X | |||
channel.header | X | Om DOS aanvallen te voorkomen (Token meesturen) | ||
Organization | ||||
identifier | X | |||
active | X | |||
name | ||||
partOf |