In het plaatje hieronder wordt er onderscheid gemaakt tussen opvragende en opleverende systemen.
De beginsituatie is dat er alleen MP6.12 systemen zijn. Dit noemen we de initiële fase.
De gewenste eindsituatie is dat er alleen MP9.x systemen zijn. Dit noemen we de eind fase.
In het groengele blok is de hybride situatie weergegeven. Daarin kunnen de drie type systemen voorkomen, zowel aan opvragende als aan opleverende kant.
Tijdens de hybride situatie zouden sommige type systemen wel en andere niet met elkaar kunnen communiceren.
Dit is hieronder weergegeven.
Alleen een systeem dat uitsluitend kan opvragen in MP6.12 kan niet succesvol communiceren met een systeem dat kan opleveren in uitsluitend MP9.x. Om dit scenario te voorkomen dienen de XIS’en tijdens de hybride situatie in een specifieke volgorde te migreren.
Er wordt voorgesteld om in de volgende volgorde te migreren. De volgorde is gekenmerkt door fases:
Opvragende partijen mogen vanaf het begin van de migratie een MP6.12, hybride of MP9.x systeem zijn. Dit noemen we fase 0. Er kan nu altijd succesvol tussen ieder systeem worden uitgewisseld. Alle opleverende systemen communiceren volgens MP6.12.
Opvragende systemen dienen een hybride of MP9.x systeem te worden. Zij kunnen hierdoor de antwoorden van MP6.12, hybride en MP9.x systemen verwerken. Dit noemen we fase 1.
Opleverende systemen die al een MP6.12 systeem zijn, dienen allemaal een hybride systeem te worden. Dit noemen we fase 2.
Opvragende systemen dienen allemaal of een hybride of een MP9.x systeem te worden. Dit noemen we fase 3.
MP6.12 kan uitgezet worden in alle systemen, aangezien alle partijen MP9.x ondersteunen. Zij zijn of een hybride systeem of een MP9.x systeem. Dit noemen we fase 4. De systemen functioneren dan al zoals ze in de eind fase functioneren, dus functioneel gezien is er al gemigreerd. XIS leveranciers dienen dan echter de MP6.12 functionaliteit nog volledig uit te schakelen.
Deze stappen zijn hieronder grafisch weergegeven
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4. Einde migratie