In dit hoofdstuk wordt de inhoud van het SAML mandaattoken besproken die bij mandatering en de berichtauthenticatie met behulp van de UZI-pas wordt gebruikt. Het SAML mandaattoken bevat informatie over de mandaatgever in relatie tot de gemandateerde zorgmedewerker. Het SAML mandaattoken is een op XML gebaseerd SAML assertion en heeft tot doel de assertions (bewijs van een bewering) over te brengen tussen partijen.
...
Het SAML mandaattoken is een afgegeven SAML assertion die gebruikt wordt bij mandatering en berichtauthenticatie met behulp van de UZI-pas voor het landelijk EPDbinnen AORTA. Er wordt gebruik gemaakt van SAML v2.0 [SAML Core].
...
Element/@Attribute | 0..1 | Omschrijving |
---|---|---|
@ID | 1 | Unieke identificatie van de Assertion |
@Version | 1 | Versie van het SAML Protocol. Vaste waarde moet zijn 2.0 |
@IssueInstant | 1 | Tijdstip van registratie van het mandaat. |
Issuer | 1 | De zorgverlener die het mandaat afgeeft. |
@NameQualifier | 0 | Niet gebruiken |
@SPNameQualifier | 0 | Niet gebruiken |
@Format | 1 | Format="urn:oasis:names:tc:SAML:2.0:nameid-format:entity" |
@SPProviderID | 0 | Niet gebruiken |
Signature | 1 | Bevat de handtekening over de assertion zoals gezet met behulp van de UZI pas van de zorgverlener die het mandaat verleent (de mandaterende). De handtekening dient geplaatst te zijn met behulp van het handtekening-certificaat op de pas. |
Subject | 1 | Bevat Bevat de Organisatie (URA) waarbinnen het mandaat geldig is. Let op: Indien dit veld gevuld wordt bij het uitlezen van de UZI pas, dan zal dit veld in het geval van gastgebruik niet de juiste URA bevatten. Er wordt aanbevolen dit veld met de URA uit het gebruikte servercertificaat te vullen. |
BaseID | 0 | Niet gebruiken |
NameID | 1 | Bevat de URA |
EncryptedID | 0 | Niet gebruiken |
SubjectConfirmation | 1 | Moet aanwezig zijn |
@Method | 1 | 'urn:oasis:names:tc:SAML:2.0:cm:sender-vouches' |
SubjectConfirmationData | 0 | Niet gebruiken |
@Recipient | 0 | Niet gebruiken |
@NotOnOrAfter | 0 | Niet gebruiken |
@InResponseTo | 0 | Niet gebruiken |
@NotBefore | 0 | Niet gebruiken |
@Address | 0 | Niet gebruiken |
KeyInfo | 0 | Niet gebruiken |
Conditions | 1 | Moet aanwezig zijn |
@NotBefore | 1 | Moet aanwezig zijn. |
@NotOnOrAfter | 1 | Moet aanwezig zijn. |
Condition | 0 | Niet gebruiken |
AudienceRestriction | 1 | Moet aanwezig zijn |
Audience | 1 | urn:IIroot:2.16.840.1.113883.2.4.6.6:IIext:1 (is de ZIM) |
AudienceRestriction | 1 | Moet aanwezig zijn |
Audience | 1 | urn:IIroot:2.16.840.1.113883.2.4.6.6:IIext:<AppId> (is de verzendende GBZ-applicatie) |
ProxyRestriction | 0 | Niet gebruiken |
Advice | 0 | Niet gebruiken |
AuthnStatement | 0 | Niet gebruiken |
AttributeStatement | 1 | Moet aanwezig zijn |
Attribute | 1 | Moet aanwezig zijn |
@Name | 1 | Vaste waarde: "autorisatieregel/context" |
AttributeValue | 1 | URI waar de autorisatieregel/context gevonden kan worden waarbinnen het mandaat gegeven wordt. |
...
Het SAML mandaattoken begint met het Assertion element en een verwijzing naar de XML SAML namespace voor SAML 2.0 assertions. De attributen behorende bij het Assertion element wordt in paragraaf 2.3.1 Uniekheid beschreven.
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
...
Het inperken van bepaalde partijen (AudienceRestriction) waarvoor de assertion bedoeld is wordt beschreven in paragraaf 2.3.5 Ontvanger.
De subelementen OneTimeUse en ProxyRestriction worden niet gebruikt binnen het <Conditions> element bij het mandaattoken.
...
Eerst wordt het SAML mandaattoken – het <saml:Assertion ...> element aangemaakt en gevuld met die elementen, zoals beschreven in paragraaf 2.3 Inhoud.
Code Block |
---|
<saml:Assertion ID="token_2.16.528.1.1007.3.3.1234567.1_0123456789" IssueInstant="2009-06-24T11:47:34Z" Version="2.0" xmlns:saml="urn:oasis:names:tc:SAML:2.0:assertion"> ... Zie paragraaf 2.3 Inhoud ... </saml:Assertion> |
...