Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

Samenvatting

Waarom is deze RFC nodig?

Het MedMij Afsprakenstelsel past een scheiding toe tussen enerzijds de rollen en functionaliteit waarmee de Persoon *afspraken* maakt met een Zorgaanbieder over de uitwisseling van gezondheidsinformatie en anderzijds de *uitvoering* van die afspraken door middel van het uitwisselen van die gezondheidsinformatie. Met deze scheiding zorgt MedMij ervoor dat de Persoon altijd helder kan hebben wanneer hij afspraken aan het maken is (bijvoorbeeld: toestemming geeft of een abonnement aangaat) en ook altijd overzicht kan hebben over welke afspraken hij gemaakt heeft, met wie, en wat de status daarvan is. Zo kan de Persoon goed regie voeren. 

Deze scheiding is wel op meerdere plaatsen aanwezig in het MedMij Afsprakenstelsel (in de fasering van UC(I) Verzamelen en Delen, en in de beschikbaarheids-/ontvankelijkheidsvoorwaarde), maar niet op één plaats gedefinieerd, noch expliciet zichtbaar in de rest van het MedMij Afsprakenstelsel. Nu abonneren en notificeren ook opgenomen gaat worden in het MedMij Afsprakenstelsel, gaat dit knellen en dreigt deze scheiding onscherp te worden. Deze RFC stelt voor hoe deze scheiding expliciet wordt gemaakt in het MedMij Afsprakenstelsel en gaat dienen als uitgangspunt voor allerlei ontwerpkeuzes, waaronder voor RFC0005.

Op de niveaus Processen en Informatie en informatie en Applicatie is  is er naast Regie en Uitwisseling nog een derde soort functionaliteit: Coördinatie (beheer, publicatie en ophalen van lijsten en Catalogus).

Deze RFC geeft met name ook invulling aan principes P1 en P16.

OplossingsrichtingZie uitwerking.
Aanpassing van
Impact op rollen

Zie bij oplossingsrichting.

Impact op beheer

geen

Gerelateerd aan (Jira issues)

veel

Eigenaar

Paul Oude Luttighuis

Implementatietermijn

Release 1.2.0

Motivatie verkorte RFC procedure (patch)

n.v.t.

...

Regie stuurt Uitwisseling. Uitwisseling geeft uitvoering aan de Regie. Deze tweede hoofdfunctie voert het feitelijke verkeer van gezondheidsinformatie uit, van Zorgaanbieder naar PGO (Verzamelen) of andersom (Delen). Alle uitwisseling vindt plaats conform gestandaardiseerde Gegevensdiensten en in het kader van een Regie-overeenkomst. Regie en Uitwisseling worden, conform principe 10, alleen uitgevoerd door partijen die onder de volledige verantwoordelijkheid vallen van een Dienstverlener Persoon of Dienstverlener Zorgaanbieder. MedMij kent een volledig decentrale uitvoering. MedMij is zelf niet betrokken in de uitvoering van Regie of Uitwisseling. Toch is een voorbereidende rol van MedMij nodig in het om de partijen in staat te stellen de onderlinge Regie tot stand te brengen.

Coördinatie is de derde hoofdfunctie zorgt voor het tot stand brengen van vertrouwen tussen de Dienstverleners Persoon enerzijds en de Dienstverleners Zorgaanbieder anderzijds, zodat zij van elkaar kunnen weten wat zij kunnen en mogen op het MedMij-netwerk. Deze functie wordt uitgevoerd met de Catalogus, die zegt welke Gegevensdiensten op enig moment op het MedMij-netwerk van kracht zijn, en vier lijsten (GegevensdienstnamenlijstOAuthclientlistWhitelist en Zorgaanbiederslijst), die zeggen wat de Deelnemers kunnen en mogen.

...

  1. Een interface (op de Applicatie-laag) hoort bij precies één hoofdfunctie. Bij voorkeur horen ook een rol en een use case bij precies één hoofdfunctie. Deze voorkeur is sterker op de Applicatie-laag dan op de Processen-en-InformateInformatie-laag. Deze voorkeur is bovendien minder sterk bij de gebruikersrollen in beide domeinen.
  2. Noch MedMij Beheer noch enige andere partij heeft een centrale of intermediaire rol in Regie of Uitwisseling.
  3. Voor Coördinatie en Regie worden gebruikt het MedMij Afsprakenstelsel geen sector-specifieke oplossingen of standaarden gebruikt. Sector-specificiteit moet hier niet alleen qua inhoud begrepen worden, maar ook qua governance (van een standaard). Om regie op zijn gezondheid te kunnen voeren, moet sector-specificiteit geen barrières opwerpen voor diens Regie. Gezondheid houdt zich niet aan sectorale verkavelingen; de Regie erop moet niet sectoraal verkaveld worden, omdat dat de regie zou beperken. Voor Uitwisseling heeft sector-specificiteit evenmin de voorkeur, maar vraagt de realiteit erom sector-specifieke uitwisselstandaarden te gebruiken (zoals HL7 for de zorgsector en bijvoorbeeld StUF voor het gemeentelijke veld). Verreweg de meeste informatie-inhoudelijke standaardisatie vindt binnen sectoren plaats. Dit beginsel laat principe 19 onverlet.
  4. Er vindt geen Uitwisseling plaats waaraan geen Regie-overeenkomst ten grondslag ligt. Mochten er Uitwisselingen in het MedMij Afsprakenstelsel moeten worden opgenomen die een andere legitimatie vereisen dan waarin Regie op enig moment voorziet, moet die nieuwe legitimatie dus onder de hoofdfunctie Regie worden toegevoegd.
  5. Al het verkeer in het kader van Uitwisseling vindt plaats op basis van gestandaardiseerde Gegevensdiensten, die in de Catalogus zijn opgenomen.
  6. De eenheid van Regie tussen Persoon en Zorgaanbieder is een hele Gegevensdienst. Een Uitwisseling, bijvoorbeeld een Notificatie, kan echter een kleinere eenheid betreffen, maar wel altijd als onderdeel van één Gegevensdienst.
  7. Alle functionaliteit van de hoofdfunctie Coördinatie is gestoeld op één gezamenlijke set informatiemodellen, die geordend zijn in drie lagen: conceptueel (metamodel), logisch (logische modellen) en technisch (XML-schema's). Deze informatiemodellen zijn onderdeel van het MedMij Afsprakenstelsel.
  8. De scheiding tussen de drie hoofdfuncties vertegenwoordigt een structureel aspect van het evoluerende afsprakenstelselMedMij Afsprakenstelsel. Dat betekent dat, ondanks de zeer grote implementatievrijheid van Deelnemers, zij hun implementatielast van nieuwe releases kunnen beperken door deze scheiding ook in hun implementatie-architectuur aan te brengen. De scheiding tussen de hoofdfuncties maakt de evolutie van het afsprakenstelsel voor Deelnemers voorspelbaarder.

...