...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
Omschrijving Changelog, met daarin:
| Verduidelijking Toevoeging van een aanbeveling over het naleveren van logberichten bij uitval/technische storingen
Een nieuwe verantwoordelijkheid voor logging is toegevoegd aan de Verantwoordelijkheden, Core. In deze verantwoordelijkheid Hierin wordt aanbevolen hoe omgegaan moet worden met de nalevering van logbestanden bij onbeschikbaarheid van de loggingscomponent. | ||||||||||||||||
Impact op: |
| ||||||||||||||||
Te informeren Stakeholders |
| ||||||||||||||||
Moeten afbeeldingen/mockups aangepast worden? |
| ||||||||||||||||
Aan te passen versies afsprakenstelsel | 2.2.0 | ||||||||||||||||
Classificatie |
| ||||||||||||||||
Implementatie Termijn | Volgende release slot | ||||||||||||||||
Gerelateerde tickets (o.a. ticket van deze ticket) |
| ||||||||||||||||
Status |
|
...
Info |
---|
Zet bij de locatie (en indien van toepassing bij de “In te voegen links (optioneel)”) de link naar de confluence space (bijv. MedMij Afsprakenstelsel 2), zet hier niet de link naar scroll view pagina. Is het een tabel benoem dan bij de locatie ook de rij. Kopieer voor de oude en de nieuwe tekst ook de regel voor en na de aan te passen zin. Wil je een link toevoegen maak het woord paars in de kolom “Nieuwe tekst” en zet de link in de kolom “In te voegen links (optioneel)”. |
...
Nieuwe verantwoordelijkheid toevoegen.
In tabel onder Logging moet er een niewe verantwoordelijkheid worden toevoegd: core.loging.10X (Nader te bepalen bij publicatie), let nieuwe rij met daarin de nieuwe verantwoordelijkheid core.loging.105 worden toegevoegd. Deze verantwoordelijkheid komt onder core.logging.104 te staan.
Let op de de opvolgende rijnummer (1,2,3 etc) moet daarmee ook worden bijgewerkt.
Oude tekst
...
2
...
Logregels die met MedMij gedeeld worden, mogen geen inhoudelijke gegevens over de Persoon bevatten, niet direct herleidbaar zijn naar de Persoon en mogen alleen metagegevens over de gebeurtenissen bevatten.
...
core.logging.103
...
3
...
De DVP Server logt:
in de rol van OAuth Client elk verzoek aan en antwoord van de OAuth Authorization Server, ook het Authorization request dat vanuit de User Agent wordt gestuurd;
in de rol van Resource Client elk verzoek aan en antwoord van de Resource Server;
elke technische storing bij het uitvoeren van de MedMij functies.
...
core.logging.202
...
4
...
De Authorization Server logt:
in de rol van OAuth Authorization Server elk verzoek van en antwoord aan de OAuth Client;
het versturen van de pagina's naar de User Agent;
in de rol van Authentication Client elk verzoek naar en antwoord van de Authentication Server;
het resultaat van het uitvoeren van de beschikbaarheids- (Verzamelen en Abonneren) en ontvankelijkheidstoets (Delen);
de door de Persoon teruggestuurde toestemmings- (Verzamelen en Abonneren) en bevestigingsverklaring (Delen);
elke technische storing bij het uitvoeren van de MedMij functies.
...
core.logging.203
...
5
...
De Resource Server:
elk verzoek van en antwoord aan de Resource Client;
het resultaat van het uitvoeren van de beschikbaarheids- (Verzamelen en Abonneren) en ontvankelijkheidstoets (Delen);
het resultaat van de verzamelde gegevens;
elke technische storing bij het uitvoeren van de MedMij functies.
...
core.logging.204
...
6
...
Logregels worden in het JSON-formaat bij MedMij aangeleverd, zoals gespecificeerd bij Logging interface, op het door MedMij hiervoor beschikbaargestelde endpoint.
...
core.logging.205
...
7
...
Voordat de door de deelnemer aangeleverde logregels worden ontvangen door de loggingscomponent wordt een technische toetsing uitgevoerd op deze logregels. Krijgt de deelnemer een code 200 terug van de Logging Interface dan is het aanleveren van logregels geslaagd en is de data opgeslagen. Bij elke andere code was het aanleveren onsuccesvol en moet de batch opnieuw aangeleverd worden.
...
core.logging.209
...
8
...
De endpoint van de Logging interface heeft op jaarbasis een beschikbaarheid van minimaal 99,5%. MedMij laat, na het niet beschikbaar raken van de MedMij Logging interface, maximaal 43 kantooruren (2580 minuten) verstrijken voordat het weer beschikbaar is.
...
core.logging.206
...
9
...
De DVP Server maakt voor het versturen van een Authorization Request, of in het geval van langdurige toestemming voor het versturen van een Token Request, een trace-id aan dat gedurende het hele proces door alle rollen wordt gebruikt bij het vastleggen van bijbehorende logregels. Dit om de logregels van verschillende partijen in een proces aan elkaar te kunnen correleren.
...
core.logging.207
...
10
...
Bij het loggen van de verschillende gebeurtenissen tijdens het proces nemen OAuth Client, de OAuth Authorization Server en de OAuth Resource Server het X-Correlation-ID op in het logbestand als trace_id attribuut van het request object.
...
core.logging.208
Nieuwe tekst
...
2
...
Logregels die met MedMij gedeeld worden, mogen geen inhoudelijke gegevens over de Persoon bevatten, niet direct herleidbaar zijn naar de Persoon en mogen alleen metagegevens over de gebeurtenissen bevatten.
...
core.logging.103
...
N.v.t.
Nieuwe tekst
4 | Aanbevolen wordt om de logregels en logbestanden die niet succesvol aangeleverd kunnen worden alsnog aan te bieden op het eerst volgende moment nadat de uitdaging is verholpen. | core.logging.105 |
4 | De DVP Server logt:
| core.logging.202 |
5 | De Authorization Server logt:
| core.logging.203 |
6 | De Resource Server:
| core.logging.204 |
7 | Logregels worden in het JSON-formaat bij MedMij aangeleverd, zoals gespecificeerd bij Logging interface, op het door MedMij hiervoor beschikbaargestelde endpoint. | core.logging.205 |
8 | Voordat de door de deelnemer aangeleverde logregels worden ontvangen door de loggingscomponent wordt een technische toetsing uitgevoerd op deze logregels. Krijgt de deelnemer een code 200 terug van de Logging Interface dan is het aanleveren van logregels geslaagd en is de data opgeslagen. Bij elke andere code was het aanleveren onsuccesvol en moet de batch opnieuw aangeleverd worden. | core.logging.209 |
9 | De endpoint van de Logging interface heeft op jaarbasis een beschikbaarheid van minimaal 99,5%. MedMij laat, na het niet beschikbaar raken van de MedMij Logging interface, maximaal 43 kantooruren (2580 minuten) verstrijken voordat het weer beschikbaar is. | core.logging.206 |
10 | De DVP Server maakt voor het versturen van een Authorization Request, of in het geval van langdurige toestemming voor het versturen van een Token Request, een trace-id aan dat gedurende het hele proces door alle rollen wordt gebruikt bij het vastleggen van bijbehorende logregels. Dit om de logregels van verschillende partijen in een proces aan elkaar te kunnen correleren. | core.logging.207 |
11 | Bij het loggen van de verschillende gebeurtenissen tijdens het proces nemen OAuth Client, de OAuth Authorization Server en de OAuth Resource Server het X-Correlation-ID op in het logbestand als trace_id attribuut van het request object. | core.logging.208
In te voegen links
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Als het tabelformat niet gebruiksvriendelijk is voor de gewenste uitwerking voor het afsprakenstelsel, dan kan je deze gebruiken: Door te voeren wijzigingen |
...
Zijn de volgende acties uitgevoerd?
- Alle rijen in de tabel zijn ingevuld
- Er staan geen taal- en spelfouten in de aanpassingen
- De juiste locatie is ingevoerd
- (Indien van toepassing) de link(s) is/zijn correct toegevoegd
- (Indien van toepassing) de vereiste afbeeldingen zijn aangepast