Op deze pagina wordt uitgewerkt hoe de beheersmatige interacties, zoals besproken bij 'Beheerinteracties', worden uitgewerkt op informatiesysteemniveau.
Raadplegen en bewerken van het applicatieregister
De ZIM bewaart de informatie over aangesloten informatiesystemen (‘applicaties’) in een applicatieregister. Opname in het applicatieregister is een voorwaarde voor berichtenuitwisseling met de ZIM. Hiertoe bevat het applicatieregister kerngegevens van het GBx, waaronder één zorgaanbiederidentificatie, één of meer unieke applicatie-identificatienummers en - per applicatie - een URI[1] waarop de applicatie bereikbaar is.
...
Diagram AORTA.APR.d1010.6 - applicatie-interacties voor het beheer van het applicatieregister
Interface LSP.APR.i1010: verifiëren communicatiekoppeling (tick-tock)
De interface ‘verifiëren communicatiekoppeling’ wordt aangeroepen vanuit de module ‘koppeling verifiërend systeem’ van een GBx en dient om het bestaan van een communicatiekoppeling met de ZIM of een reagerend GBx te controleren. Een ‘tick’-bericht test of het ‘koppeling bevestigend systeem’ in staat is om HL7-berichten te ontvangen.
Interface LSP.APR.i1020: verifiëren applicatiekoppeling (ping-pong)
De interface ‘verifiëren applicatiekoppeling’ wordt aangeroepen vanuit de module ‘koppeling verifiërend systeem’ van een GBx en dient om het bestaan van een applicatiekoppeling met de ZIM of een reagerend GBx te controleren. Een ‘ping’-bericht test of het ‘koppeling bevestigend systeem’ in staat is om HL7-berichten inhoudelijk te verwerken.
Interface LSP.APR.i1075: Beheren TKID
De interface ‘Beheren TKID’ wordt aangeroepen vanuit de module ‘koppeling bewerkend systeem’ van een GBx. Deze interface biedt de mogelijkheid om vanuit een GBx een bericht te versturen met de te gebruiken TKID’s.
Rol van het APR bij beperking van het opleveren van gegevens tot een beperkte groep van zorgverleners (regionale beperking)
Het APR biedt een faciliteit om per organisatie een expliciete lijst bij te houden van zorgaanbieders die gegevens kunnen opvragen bij de desbetreffende organisatie. Een lijst voor een samenwerkingsverband bestaat uit een naam van het samenwerkingsverband, de gegevenssoort(en)/context die betrekking hebben op het samenwerkingsverband en een lijst met zorgaanbieders die het samenwerkingsverband vormen. Op deze lijst worden zorgaanbieders geplaatst, geïdentificeerd met hun UZI-registerabonneenummer (URA). Indien een dergelijke lijst is opgenomen worden opvraagberichten alleen gehonoreerd indien ze afkomstig zijn van de zorgaanbieders op de lijst en als het de gegevenssoort/context betreft die bij het samenwerkingsverband is opgenomen. Dit is een mechanisme dat bijvoorbeeld kan worden toegepast om uitwisseling regionaal te beperken. Een organisatie kan een uitzondering maken op regionale beperking door kenbaar te maken dat landelijke bevraging mogelijk is. Hiervoor dient wel in het APR ingesteld te worden dat het landelijke uitwisselingsvinkje op actief staat en dus wordt meegenomen bij de autorisatie van een opvraagbericht.
Voor het beheren van de samenwerkingsverbandlijsten worden geen speciale (bericht-) interfaces voor beheerders of andere gebruikers beschikbaar gesteld, maar zijn wel beheerfaciliteiten vereist op het niveau van de ZIM. Zie voor verdere uitwerking van dit aspect het [Ontw APR].
Beheer van de verwijsindex
In de VWI van de ZIM staan alle aanmeldingen afkomstig uit GBZ-applicaties. Om te controleren of het beeld van de aangemelde gegevens dat bij de GBZ-beheerder bestaat overeenkomt met de werkelijke situatie in de VWI, kan de GBZ-beheerder gebruik maken van de VWI synchronisatiefunctie (Interface LSP.VWI.i1090: Synchroniseren indexgegevens met vergelijking). Het is verplicht om de lokale administratie synchroon te houden met de verwijsindex.
...
Diagram AORTA.VWI.d1040.2 – beheren verwijsindex
Beheer van het zorgadresboek
De gegevens over zorgaanbieders en zorgverleners in het zorgadresboek (ZAB) worden deels overgenomen uit een centraal zorgaanbieder/zorgverlener register (het UZI-register) en de VZVZ-administratie. Wijzigingen in het UZI-register en in de VZVZ-administratie moeten periodiek worden verwerkt in het ZAB. Hiermee wordt voorkomen dat er gewerkt wordt met obsolete gegevens.
...
Daarnaast moet er een beheerderinterface zijn om ZAB-gegevens te kunnen verwijderen voor een zorgaanbieder die niet meer de mogelijkheid (bijvoorbeeld geen geldig servercertificaat) heeft om zelf wijzigingen aan het ZAB toe te brengen.
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
Diagram LSP.ZIM.d1020. toont op conceptueel niveau de beheerfaciliteiten van de ZIM. De ZIM beschikt over een gebruikersinterface die toegang geeft aan een beheerder voor het uitvoeren van beheeracties op elk van de componenten binnen de ZIM. Deze gebruikersinterface geeft de mogelijkheid om de toegang tot specifieke beheeracties te beperken tot beheerders in een meer specifieke rol. Weliswaar is op logisch niveau sprake van één beheerderinterface, op fysiek niveau kan sprake zijn van afzonderlijke interfaces voor deelcomponenten van de ZIM.
...