...
Naam UZI-pastype | Codering Pastype |
Zorgverlenerpas | Z |
Medewerkerpas op naam | N |
Medewerkerpas niet op naam | M |
Servercertificaat | S |
...
...
De
...
pas
...
die
...
gebruikt
...
wordt
...
voor
...
het
...
ondertekenen
...
van
...
een
...
inschrijftoken
...
moet
...
een
...
zorgverlenerpas
...
of
...
een
...
medewerkerpas
...
op
...
naam
...
zijn.
...
Hoewel
...
het
...
pastype
...
gecodeerd
...
is
...
opgenomen
...
in
...
het
...
authenticiteitcertificaat
...
(in
...
het
...
subjectAltName
...
attribuut),
...
dient
...
een
...
applicatie
...
op
...
basis
...
van
...
de
...
uitgevende
...
CA
...
vast
...
te
...
stellen
...
wat
...
het
...
pastype
...
van
...
de
...
UZI-pas
...
is.
...
De signature wordt gezet met de sleutel voor authenticiteit (keyUsage=digitalSignature,
...
hexadecimaal
...
0x80).
...
De attributen in het authenticiteitcertificaat worden gegeven in de vorm van een Distinguished Name (DN), zie [IH tokens generiek].
De waarden van deze attributen voor de relevante UZI-passen zijn:
Tabel AORTA.STK.t3220
...
–
...
DN
...
attributen
...
van
...
zorgverlenerspas
...
Attribuut | Omschrijving | Waarde |
CN | Issuer.commonName | Derde generatie: UZI-register Zorgverlener CA G3 ![]() |
O | Issuer.organisationName | agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg |
C | Issuer.countryName | NL |
De issuer.commonName verschilt per 'generatie' UZI-passen. Het is mogelijk dat verschillende 'generatie' UZI-passen door elkaar worden gebruikt. Daarom dient de Issuer DN dynamisch afgeleid te worden uit het gebruikte authenticatiecertificaat. |
...