Table of Contents | ||
---|---|---|
|
...
Drawio | ||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
In elke voltrekking van de in het diagram beschreven flow is steeds sprake van één van elk van de genoemde rollen.
...
In onderstaande tabel staan de uitzonderingssituaties beschreven. Alle worden door de Dienstverlener aanbiederontdekt. Ten alle tijden moet voorkomen worden dat de Dienstverlener persooninformatie over het bestaan van behandelrelaties verkrijgt zonder dat (al) bevestiging is gegeven door de Dienstverlener persoon.
nr. | uitzondering | actie | vervolg |
---|---|---|---|
Delen 1 | Dienstverlener aanbieder vindt het ontvangen verzoek ongeldig. | Dienstverlener aanbieder informeert Persoonhierover. | Allen stoppen de flow onmiddellijk na geïnformeerd te zijn over de uitzondering. |
Delen 2 | Dienstverlener persoon kan, zelfs na bevestiging, de gezondheidsinformatie alsnog niet plaatsen bij Dienstverlener aanbieder. | Dienstverlener persoon informeert daarop Persoonhierover, met opgave van oorzaak. | Mocht gezondheidsinformatie deels wel (geautoriseerd) geplaatst kunnen worden, dan kan de flow dat nog verzorgen. |
Applicatielaag
Verantwoordelijkheden inzake uitzonderingen op de happy flow zijn opgenomen bij de respectievelijke interface, waar de uitzonderingen bij de functies zijn genoemd.
In elke voltrekking van de in het diagram beschreven flow is steeds sprake van één van elk van de bovenaan genoemde rollen.
...
- De DVP Server start de flow door in de User Agent van de Persoon de mogelijkheid te presenteren om een bepaalde Gegevensdienst met een zekere Aanbieder te delen. Het gaat altijd om precies één Gegevensdienst (één scope, in OAuth-termen). Uit de Aanbiederslijst weet de DVP Server welke Gegevensdiensten door een Aanbieder aangeboden worden. Desgewenst worden de Gegevensdienstnamen uit de Gegevensdienstnamenlijst gebruikt.
- De Persoon maakt expliciet zijn selectie en laat de User Agent een deel-verzoek sturen naar de Authorization Server.
- De Dienstverlener aanbieder laat de Persoon zich authenticeren en geeft autorisatie af aan de Dienstverlener persoon. Tijdens dit proces wordt, in deze versie van het afsprakenstelsel, ook de ontvankelijkheidstoets uitgevoerd.
- Nu is de DVP Server gereed om de gezondheidsinformatie aan de Resource Server aan te bieden, nadat hij de gebruiker eventueel nog nadere keuzes heeft laten maken. Het adres van het resource endpoint haalt hij uit de ZAL. Hij plaatst het access-token in het bericht en zorgt ervoor dat in het bericht geen BSN is opgenomen.
- De Resource Server controleert of het ontvangen token recht geeft op het aanbieden van de informatie, plaatst deze (al dan niet) bij achterliggende bestemmingen en verstuurt een antwoord in een FHIR-response naar de DVP Server.
- Deze maakt hierover een aantekeningen bij de aangeboden gezondheidsinformatie in het persoonlijke dossier. Mocht de Gegevensdienst waartoe de Persoon heeft geautoriseerd uit meerdere Transacties bestaan (zie hiervoor de Catalogus), plaatst de DVP Server daarna mogelijk opnieuw bij de Resource Server voor de nog resterende Transacties, eventueel na nieuwe interactie met de Persoon. Dat geldt ook voor de situatie waarin één Transactie, blijkens de betreffende Informatiestandaard, uit meerdere FHIR creates bestaat. Zolang het access token geldig is, kan dat.
In de regel worden bij een eenmalig gebruik van de functie Delen het authorization interface, het token interface en het resource interface allemaal aangesproken, in die volgorde. Mocht de DVP Server echter nog beschikken over een nog niet verlopen access token voor de betreffende Aanbieder-Gegevensdienst-combinatie, dan kan het onmiddellijk het resource interface aanspreken.
...