Beschrijving
...
Binnen Koppeltaal wordt gebruik gemaakt van 11 functionele profielen (zie Architectuur Besluit AB.XI AB.XI - FHIR resources en extensies):
Profiel | Omschrijving | User stories | Simplifier |
---|---|---|---|
Patient | De (FHIR) Patient (resource) is een representatie van een persoon die in behandeling is bij de Zorgaanbieder aan wie eHealth activiteiten worden toegewezen. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_patient |
Practitioner | De (FHIR) Practitioner (resource) is een representatie van een persoon die direct of indirect betrokken is bij het verlenen van gezondheidszorg. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_practitioner |
RelatedPerson (Out of scope) | De (FHIR) RelatedPerson (resource) is een representatie van een persoon die betrokken is bij de zorg voor een patiënt, maar niet wie in behandeling is bij de Zorgaanbieder, noch formele verantwoordelijkheid heeft in het zorgtraject. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_relatedperson |
Task | De (FHIR) Task (resource) beschrijft een eHealth taak, dat is, een aan een patiënt toegewezen eHealth activiteit. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_task |
ActivityDefinition | De (FHIR) ActivityDefinition beschrijft een eHealth activiteit die beschikbaar is voor toewijzing aan een patiënt. Bij toewijzing van een eHealth activiteit aan een patiënt ontstaat een eHealth Taak (Task), waarbij sub-activiteiten kunnen worden opgenomen als contained resources die verwijzen naar de hoofdtaak via Task.partOf. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_activitydefinition |
Endpoint |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_endpoint | |
Device | De (FHIR) Device (resource) is een representatie van een gefabriceerd applicatie instantie dat wordt gebruikt bij het verlenen van gezondheidszorg, zonder dat het door die activiteit substantieel wordt gewijzigd. Het device (of applicatie instantie) kan een medische of niet-medische ondersteunende applicatie zijn. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_device |
Organization | De (FHIR) Organization (resource) beschrijft de formele eHealth aanbieder of zorginstelling. De Organization resource wordt in de context van Koppeltaal als domein en ondersteuning gebruikt voor andere resources, die naar de eHealth aanbieder verwijst. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_organization |
Subscription | De (FHIR) Subscription (resource) is een representatie van een abonnement nemen op bepaalde type gebeurtenissen/wijzigingen op resources. Zodra een Subscription resource (een abonnement) bij de FHIR Resource Provider is geregistreerd, controleert de FHIR Resource Provider elke resource die is aangemaakt en/of bijgewerkt en als de resource overeenkomt met de gegeven criteria (in het abonnement), stuurt deze een bericht (notificatie), zonder payload, naar het gedefinieerde "kanaal" zodat een ander systeem/applicatie in staat is om een passende actie te ondernemen. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_subscription |
CareTeam | De (FHIR) CareTeam (resource) is een representatie van het zorgteam van alle participanten die deelnemen in het zorgproces van de patiënt, waarbij de patiënt het onderwerp is van het team. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_careteam |
AuditEvent | De (FHIR) AuditEvent (resource) is een representatie van een logrecord van een interactie tussen 2 systemen. Koppeltaal Logging moet het mogelijk maken "achteraf onweerlegbaar vast te stellen welke gebeurtenissen waar en wanneer hebben plaatsgevonden. |
| https://simplifier.net/koppeltaalv2.0/kt2_auditevent |
...
FHIR R4 Resource | Element | Type | Verplicht in KT 2.0 (profile) | Functioneel nodig in KT 2.0 | Omschrijving en reden |
Meta | Elke FHIR R4 Resource bevat een "meta" element van het type Meta wat een set metadata is die technische content meegeeft aan de resource. Binnen de context van Koppeltaal zullen we gebruik maken van enkele elementen uit de metadata set. | ||||
---|---|---|---|---|---|
versionId | id | X | De waarde van versionId verandert elke keer als de inhoud van de resource verandert. Er kan naar worden verwezen in een resource referentie (voorbeeld: ResourceType/id/_history/versionId). Dit veld wordt door FHIR Resource Provider bijgehouden. | ||
lastUpdated | instant | X | Dit element verandert de waarde als de content van de resource verandert. | ||
source | uri | X | Een samengestelde string die het resource systeem en interactie (bv create, update, etc) uniek identificeert. In de context van Koppeltaal wordt voor het resource systeem het "applicatie of client id" gebruikt. Voorbeeld: "source": "urn:uuid:client_id#interaction_id" | ||
profile | canonical(StructureDefinition) | Een bewering of toekenning dat de inhoud van de resource overeenkomt met een resource profile (vastgelegd in een StructureDefinition). Zie FHIR Profiles voor verdere uitleg. Een profile wordt gewijzigd als de waardensets wijzigen of het systeem de conformiteit opnieuw controleert. De profile kan worden gebruikt om aan te geven aan welke versie(s) de FHIR resource moet voldoen. | |||
Patient | De persoon die in behandeling is bij de zorgaanbieder. | ||||
identifier | Identifier | X..* | Elke patiënt moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. een identifier, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. Er mogen meerdere type identifiers gebruikt worden | ||
active | boolean | X | Of de patiënt actief is, binnen de Koppeltaal context. Initieel op 'true' zetten. | ||
name | HumanName | X..* | Eén of meerdere namen die aan de patiënt wordt geassocieerd. | ||
name.nameInformation.use | code | X | Fixed value: Official | ||
name.nameInformation .family | string | X | Achternaam | ||
name.nameInformation.given | string | X..* | Voorna(a)m(en) | ||
telecom | ContactPoint | De contactdetails (telefoonnummers, emailadressen)van de patiënt. | |||
gender | code | X | Het geslacht van de patiënt. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-administrative-gender.html | ||
birthDate | date | X | Geboorte datum van de patiënt. | ||
adress | nl core AddressInformation | Adres van de patient (straat, huisnummer, woonplaats, postcode, land) | |||
managingOrganization | Reference | ||||
Practitioner | De zorgverlener die in overleg met de patiënt een eHealth activiteit toewijst. | ||||
identifier | Identifier | X..* | Elke behandelaar moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. identifiers, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. | ||
active | boolean | X | Of de behandelaar actief is, binnen de Koppeltaal context. Initieel op 'true' zetten. | ||
name | HumanName | X..* | De naam die aan de behandelaar wordt geassocieerd. | ||
telecom | ContactPoint | X | Contact details van de behandelaar. (email adres is verplicht, telefoonnummer optioneel) | ||
gender | code | Het geslacht van de behandelaar. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-administrative-gender.html. | |||
birthDate | date | Geboortedatum van de behandelaar | |||
RelatedPerson | (Voorlopig out of scope) | Naaste van de patiënt die betrokken is in het behandelproces. (voorlopig out of scope) | |||
identifier | Identifier | X..* | Elke naaste moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. een identifier, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. | ||
active | boolean | X | Of de naaste persoon actief betrokken is, binnen de Koppeltaal context. Initieel op 'true' zetten. | ||
patient | Reference(Patient) | Uit FHIR R4. De patiënt waarmee deze persoon een relatie mee heeft. | |||
telecom | ContactPoint | Contactdetails van deze persoon. | |||
birthDate | date | X | Geboortedatum van deze persoon. | ||
address | Address | Adres waar deze persoon bereikt kan worden (straat, huisnummer, woonplaats, postcode, land). | |||
name | HumanName | X..* | De naam die aan deze persoon wordt geassocieerd. | ||
name.nameInformation.use | code | X | Fixed value: Official | ||
name.nameInformation.family | string | X | Achternaam | ||
name.nameInformation.given | string | X..* | Voorna(a)m(en) | ||
gender | code | X | Het geslacht van deze persoon. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-administrative-gender.html | ||
Task | De aan een patiënt toegewezen eHealth activiteit. | ||||
identifier | Identifier | X..* | Identificatie van een activiteit | ||
description | string | Leesbare uitleg van taakomschrijving | |||
code | CodeableConcept | Taaktype | |||
instantiatesCanonical | canonical(ActivityDefinition) | X | Een referentie naar een beschrijving van een eHealth activiteit moet bij het opvoeren van een taak In de context van Koppeltaal altijd gevuld worden. | ||
status | code | X | In de context van Koppeltaal moet altijd de status van een eHealth activiteit bekend zijn. Initieel wordt de taak op 'ready' gezet om aan te geven dat de taak toegewezen en geaccepteerd is. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-task-status.html. | ||
intent | code | X | Uit FHIR R4. De intentie vertegenwoordigt een 'order' tot een eHealth activiteit en autorisatie voor uitvoering van de taak door een participant. Zie http://hl7.org/fhir/R4/codesystem-request-intent.html. | ||
requester | Reference(Practitioner) | In Koppeltaal wordt dit veld uitgevoerd met een referentie naar de aanvrager van de eHealth activiteit. | |||
owner | Reference(Patient) | X | Een verplichte referentie naar de patiënt die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de toegewezen eHealth activiteit. | ||
restriction.recipient | Reference(Practitioner) | Wordt in Koppeltaal gebruikt voor het koppelen van betrokkenen aan de eHealth activiteit. | |||
restriction.period | Period | Taak periode (beperking) | |||
for | Reference(Patient) | Bevat een referentie naar voor wie we het doen of wie er baat bij heeft. Bij Koppeltaal is dit de Patient. | |||
authoredOn | dateTime | Creatie datum van de eHealth activiteit. | |||
lastModified | dateTime | Datum waarop laatste wijziging is doorgevoerd op de eHealth activiteit. | |||
ActivityDefinition | Beschrijving van een eHealth activiteit. | ||||
ext: publisherIdentifier | id | X | Verplichte identificatie van de uitgever van de eHealth activiteit. | ||
ext: endpoint | Reference(Endpoint) | X..* | Verplichte referentie naar de dienstverlenende applicatie (endpoint) die de eHealth activiteit levert. Kunnen er meerdere van zijn | ||
version | string | Bedrijfsversie van deze eHealth activiteit. | |||
url | uri | X | Een herkenbare identifier voor deze eHealth activiteit dat als een URI gepresenteerd wordt. | ||
identifier | Identifier | Een extra (globale) identificatie element voor het kunnen identificeren van een eHealth activiteit. | |||
name | string | De naam van de eHealth activiteit. | |||
title | string | X | Dit titel van de eHealth activiteit wordt (verplicht) getoond aan gebruikers en moet gevuld worden. Nodig voor het kunnen toewijzen van een eHealth activiteit. | ||
subtitle | string | Ondergeschikte titel van de ehealth activiteit.typexxxxx | |||
status | code | X | Uit FHIR R4. Zodra de eHealth activiteit gepubliceerd wordt, wordt deze op 'active' gezet. Indien de activiteit NIET meer gebruikt wordt, wordt deze op 'retired' gezet. Zie: http://hl7.org/fhir/publication-status | ||
subject | SubjectReference | Onderwerp | |||
description | markdown | Een omschrijving van de eHealth activiteit. | |||
Endpoint | Een eHealth (eind)punt is een technische representatie van een adres of Uniform Resource Locator (URL) van een applicatie instantie die eHealth of FHIR REST diensten aanbiedt. | ||||
identifier | Identifier | Unieke endpoint identifier. | |||
status | code | X | Uit FHIR R4. De status van een endpoint. Standaard wordt deze op 'active' gezet. Andere mogelijke modes zijn beschreven in https://www.hl7.org/fhir/valueset-endpoint-status.html | ||
name | string | Naam waarmee het endpoint geïdentificeerd kan worden. | |||
address | url | X | Uit FHIR R4. Het technische basis adres waarmee de verbinding wordt opgezet. | ||
connectionType | Coding | X | Uit FHIR R4. Het protocol wat gebruikt wordt bij dit endpoint. Standaard voor Koppeltaal op 'hl7-fhir-rest' zetten. Zie ook: https://www.hl7.org/fhir/valueset-endpoint-connection-type.html. | ||
payloadType | CodeableConcept | X | Uit FHIR R4. Type inhoud wat gebruikt wordt voor dit endpoint. Zie ook: https://www.hl7.org/fhir/valueset-endpoint-payload-type.html. | ||
Device | Een (gefabriceerde) applicatie instantie (in Koppeltaal terminologie) dat gebruikt wordt ter ondersteuning of het verlenen van gezondheidszorg. | ||||
identifier | Identifier | X | Instantie identifier van het product. Is de client id | ||
status | code | X | De status van het product | ||
type | CodeableConcept | Soort/type product. Zie: http://hl7.org/fhir/ValueSet/device-type | |||
url | uri | Netwerk adres om applicatie te bereiken | |||
specialization | BackboneElement | Mogelijkheden van product | |||
deviceName.name | string | X | Naam van het product | ||
deviceName.type | code | X | Standaard waarde: user-friendly-name | ||
Subscription | Een abonnement wordt gebruikt om geïnformeerd te worden over wijzigingen op (resource) gegevens door andere systemen. Nadat een abonnement is geregistreerd en wijzigingen op (resource) gegevens voorkomen die overeen komen met een vastgelegde criteria, verzendt deze een bericht (notificatie) op een voor gedefinieerde "kanaal", zodat een ander systeem hierop actie kan ondernemen. | ||||
status | code | X | Uit FHIR R4. Status van het abonnement. Zie: http://hl7.org/fhir/subscription-status. | ||
criteria | string | X | Uit FHIR R4. De vastgelegde criteria waarop er een bericht (notificatie) wordt verstuurd. | ||
reason | string | X | Uit FHIR R4. Omschrijving waarom dit abonnement is gecreëerd. | ||
channel | BackboneElement | X | Uit FHIR R4. Voor gedefinieerd kanaal waar het bericht wordt verstuurd. | ||
channel.type | code | X | Uit FHIR R4. Ondersteunen alleen: "rest-hook" kanaal. | ||
channel.endpoint | url | X? | Omdat we rest-hook als kanaaltype verplichten, moet ook het endpoint vastgelegd worden. Endpoint zou niet raadbaar moeten zijn en uniek per subscription. | ||
channel.header | string | X? | Om DOS aanvallen te voorkomen, wordt een "Authorization" header verplicht (voor afgesproken token meesturen). Men kan ook de vastgelegde criteria in de header vastleggen. | ||
channel.payload | code | XXX (NIET) | Dit veld MOET NIET gebruikt worden. De notificaties worden zonder payload verstuurd. Extra informatie over een notificatie kan via de channel.header meegegeven worden. | ||
CareTeam | Beschrijft het zorgteam met de participanten. | ||||
identifier | Identifier | X | Elke zorgteam moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. een identifier, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. | ||
status | code | X | In de context van Koppeltaal moet altijd de status van het zorgteam bekend zijn. | ||
subject | Reference(Patient) | X | Uit FHIR R4. Voor wie het team aan de slag is. In de context van Koppeltaal is dit een referentie naar Patient. | ||
period | Period | Tijdsperiode van het zorgteam. | |||
participant | BackboneElement | Lijst van betrokken participanten bij het zorgproces | |||
participant.role | CodeableConcept | x | Uit FHIR R4. Verplichte rol van de participant, bij toevoeging van participant. | ||
participant.member | Reference (Practitioner|RelatedPerson) | x | Uit FHIR R4. Verplichte type participant, bij toevoeging van participant. | ||
AuditEvent | Een logrecord van een interactie tussen systemen. Koppeltaal Logging moet het mogelijk maken "achteraf onweerlegbaar vast te stellen welke activiteiten waar en wanneer hebben plaatsgevonden. | ||||
type | Coding | X | Soort gebeurtenis. Zie "system": http://terminology.hl7.org/CodeSystem/audit-event-type. Standaard "code": "rest" Bij het lanceren van applicaties wordt het: "system":"http://dicom.nema.org/resources/ontology/DCM", "code":"110100", "display":"Application Activity" | ||
subtype | Coding | X? | Gedetailleerde beschrijving van FHIR gebeurtenis. Zie system: http://hl7.org/fhir/restful-interaction Bij het lanceren van applicaties gebruiken we: "system":"http://dicom.nema.org/resources/ontology/DCM", "code":"110120", "display":"Application Start" | ||
action | code | Welke CRUDE acties is uitgevoerd. Zie: http://hl7.org/fhir/audit-event-action | |||
recorded | instant | X | Tijdstip van logmoment. | ||
agent.who | Reference(Device) | X? | De device actor (audit participant) van de zendende of ontvangende partij. | ||
agent.type | CodeableConcept | X? | Zie: system: http://dicom.nema.org/resources/ontology/DCM
| ||
agent.role | CodeableConcept | Kunnen we onze applicatie rollen hier voor gebruiken, als deze zijn vastgelegd? | |||
agent.requestor | boolean | X | Is de agent de initiator van de gebeurtenissen, dan 'true' anders 'false'. | ||
entity.type | CodeableConcept | X? | Type resource. Zie: "http://hl7.org/fhir/resource-types". Zie het KT 2.0 FHIR Resource Model. | ||
entity.what | Reference(Any) | X? | Over welke (FHIR) resource gaat het Reference(Any). B.v: entity.what=Patient/123 | ||
entity.name | string | resource.identifier | |||
source.site | string | Naam van de omgeving (domein!) | |||
source.observer | Reference(Device) | X | Wie heeft het gelogd. Misschien een aparte Log Device. | ||
source.type | Coding | Wat voor systeem is dit. Zie: http://terminology.hl7.org/CodeSystem/security-source-type |
...
FHIR R4 Resource | Element | Type | Verplicht in KT 2.0 (profile) | Functioneel nodig in KT 2.0 | Omschrijving en reden |
Meta | Elke FHIR R4 Resource bevat een "meta" element van het type Meta wat een set metadata is die technische content meegeeft aan de resource. Binnen de context van Koppeltaal zullen we gebruik maken van enkele elementen uit de metadata set. | ||||
versionId | id | X | De waarde van versionId verandert elke keer als de inhoud van de resource verandert. Er kan naar worden verwezen in een resource referentie (voorbeeld: ResourceType/id/_history/versionId). Dit veld wordt door FHIR Resource Provider bijgehouden. | ||
lastUpdated | instant | X | Dit element verandert de waarde als de content van de resource verandert. | ||
source | uri | X | Een samengestelde string die het resource systeem en interactie (bv create, update, etc) uniek identificeert. In de context van Koppeltaal wordt voor het resource systeem het "applicatie of client id" gebruikt. Voorbeeld: "source": "urn:uuid:client_id#interaction_id" | ||
profile | canonical(StructureDefinition) | Een bewering of toekenning dat de inhoud van de resource overeenkomt met een resource profile (vastgelegd in een StructureDefinition). Zie FHIR Profiles voor verdere uitleg. Een profile wordt gewijzigd als de waardensets wijzigen of het systeem de conformiteit opnieuw controleert. De profile kan worden gebruikt om aan te geven aan welke versie(s) de FHIR resource moet voldoen. | |||
Patient | De persoon die in behandeling is bij de zorgaanbieder. | ||||
identifier | Identifier | X..* | Elke patiënt moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. een identifier, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. Er mogen meerdere type identifiers gebruikt worden | ||
active | boolean | X | Of de patiënt actief is, binnen de Koppeltaal context. Initieel op 'true' zetten. | ||
name | HumanName | X..* | Eén of meerdere namen die aan de patiënt wordt geassocieerd. | ||
name.nameInformation.use | code | X | Fixed value: Official | ||
name.nameInformation.family | string | X | Achternaam | ||
name.nameInformation.given | string | X..* | Voorna(a)m(en) | ||
telecom | ContactPoint | De contactdetails (telefoonnummers, emailadressen)van de patiënt. | |||
gender | code | X | Het geslacht van de patiënt. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-administrative-gender.html | ||
birthDate | date | X | Geboorte datum van de patiënt. | ||
adress | nl core AddressInformation | Adres van de patient (straat, huisnummer, woonplaats, postcode, land) | |||
managingOrganization | Reference | ||||
Practitioner | De zorgverlener die in overleg met de patiënt een eHealth activiteit toewijst. | ||||
identifier | Identifier | X..* | Elke behandelaar moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. identifiers, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. | ||
active | boolean | X | Of de behandelaar actief is, binnen de Koppeltaal context. Initieel op 'true' zetten. | ||
name | HumanName | X..* | De naam die aan de behandelaar wordt geassocieerd. | ||
telecom | ContactPoint | X | Contact details van de behandelaar. (email adres is verplicht, telefoonnummer optioneel) | ||
gender | code | Het geslacht van de behandelaar. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-administrative-gender.html. | |||
birthDate | date | Geboortedatum van de behandelaar | |||
RelatedPerson | Voorlopig out of scope) | Naaste van de patiënt die betrokken is in het behandelproces. (voorlopig out of scope) | |||
identifier | Identifier | X..* | Elke naaste moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. een identifier, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. | ||
active | boolean | X | Of de naaste persoon actief betrokken is, binnen de Koppeltaal context. Initieel op 'true' zetten. | ||
patient | Reference(Patient) | Uit FHIR R4. De patiënt waarmee deze persoon een relatie mee heeft. | |||
telecom | ContactPoint | Contactdetails van deze persoon. | |||
birthDate | date | X | Geboortedatum van deze persoon. | ||
address | Address | Adres waar deze persoon bereikt kan worden (straat, huisnummer, woonplaats, postcode, land). | |||
name | HumanName | X..* | De naam die aan deze persoon wordt geassocieerd. | ||
name.nameInformation.use | code | X | Fixed value: Official | ||
name.nameInformation.family | string | X | Achternaam | ||
name.nameInformation.given | string | X..* | Voorna(a)m(en) | ||
gender | code | X | Het geslacht van deze persoon. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-administrative-gender.html | ||
Task | De aan een patiënt toegewezen eHealth activiteit. | ||||
identifier | Identifier | X..* | Identificatie van een activiteit | ||
description | string | Leesbare uitleg van taakomschrijving | |||
code | CodeableConcept | Taaktype | |||
instantiatesCanonical | canonical(ActivityDefinition) | X | Een referentie naar een beschrijving van een eHealth activiteit moet bij het opvoeren van een taak In de context van Koppeltaal altijd gevuld worden. | ||
status | code | X | In de context van Koppeltaal moet altijd de status van een eHealth activiteit bekend zijn. Initieel wordt de taak op 'ready' gezet om aan te geven dat de taak toegewezen en geaccepteerd is. Zie https://www.hl7.org/fhir/valueset-task-status.html. | ||
intent | code | X | Uit FHIR R4. De intentie vertegenwoordigt een 'order' tot een eHealth activiteit en autorisatie voor uitvoering van de taak door een participant. Zie http://hl7.org/fhir/R4/codesystem-request-intent.html. | ||
requester | Reference(Practitioner) | In Koppeltaal wordt dit veld uitgevoerd met een referentie naar de aanvrager van de eHealth activiteit. | |||
owner | Reference(Patient) | X | Een verplichte referentie naar de patiënt die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de toegewezen eHealth activiteit. | ||
restriction.recipient | Reference(Practitioner) | Wordt in Koppeltaal gebruikt voor het koppelen van betrokkenen aan de eHealth activiteit. | |||
restriction.period | Period | Taak periode (beperking) | |||
for | Reference(Patient) | Bevat een referentie naar voor wie we het doen of wie er baat bij heeft. Bij Koppeltaal is dit de Patient. | |||
authoredOn | dateTime | Creatie datum van de eHealth activiteit. | |||
lastModified | dateTime | Datum waarop laatste wijziging is doorgevoerd op de eHealth activiteit. | |||
ActivityDefinition | Beschrijving van een eHealth activiteit. | ||||
ext: publisherIdentifier | id | X | Verplichte identificatie van de uitgever van de eHealth activiteit. | ||
ext: endpoint | Reference(Endpoint) | X..* | Verplichte referentie naar de dienstverlenende applicatie (endpoint) die de eHealth activiteit levert. Kunnen er meerdere van zijn | ||
version | string | Bedrijfsversie van deze eHealth activiteit. | |||
url | uri | X | Een herkenbare identifier voor deze eHealth activiteit dat als een URI gepresenteerd wordt. | ||
identifier | Identifier | Een extra (globale) identificatie element voor het kunnen identificeren van een eHealth activiteit. | |||
name | string | De naam van de eHealth activiteit. | |||
title | string | X | Dit titel van de eHealth activiteit wordt (verplicht) getoond aan gebruikers en moet gevuld worden. Nodig voor het kunnen toewijzen van een eHealth activiteit. | ||
subtitle | string | Ondergeschikte titel van de ehealth activiteit.typexxxxx | |||
status | code | X | Uit FHIR R4. Zodra de eHealth activiteit gepubliceerd wordt, wordt deze op 'active' gezet. Indien de activiteit NIET meer gebruikt wordt, wordt deze op 'retired' gezet. Zie: http://hl7.org/fhir/publication-status | ||
subject | SubjectReference | Onderwerp | |||
description | markdown | Een omschrijving van de eHealth activiteit. | |||
Endpoint | Een eHealth (eind)punt is een technische representatie van een adres of Uniform Resource Locator (URL) van een applicatie instantie die eHealth of FHIR REST diensten aanbiedt. | ||||
identifier | Identifier | Unieke endpoint identifier. | |||
status | code | X | Uit FHIR R4. De status van een endpoint. Standaard wordt deze op 'active' gezet. Andere mogelijke modes zijn beschreven in https://www.hl7.org/fhir/valueset-endpoint-status.html | ||
name | string | Naam waarmee het endpoint geïdentificeerd kan worden. | |||
address | url | X | Uit FHIR R4. Het technische basis adres waarmee de verbinding wordt opgezet. | ||
connectionType | Coding | X | Uit FHIR R4. Het protocol wat gebruikt wordt bij dit endpoint. Standaard voor Koppeltaal op 'hl7-fhir-rest' zetten. Zie ook: https://www.hl7.org/fhir/valueset-endpoint-connection-type.html. | ||
payloadType | CodeableConcept | X | Uit FHIR R4. Type inhoud wat gebruikt wordt voor dit endpoint. Zie ook: https://www.hl7.org/fhir/valueset-endpoint-payload-type.html. | ||
Device | Een (gefabriceerde) applicatie instantie (in Koppeltaal terminologie) dat gebruikt wordt ter ondersteuning of het verlenen van gezondheidszorg. | ||||
identifier | Identifier | X | Instantie identifier van het product. Is de client id | ||
status | code | X | De status van het product | ||
type | CodeableConcept | Soort/type product. Zie: http://hl7.org/fhir/ValueSet/device-type | |||
url | uri | Netwerk adres om applicatie te bereiken | |||
specialization | BackboneElement | Mogelijkheden van product | |||
deviceName.name | string | X | Naam van het product | ||
deviceName.type | code | X | Standaard waarde: user-friendly-name | ||
Subscription | Een abonnement wordt gebruikt om geïnformeerd te worden over wijzigingen op (resource) gegevens door andere systemen. Nadat een abonnement is geregistreerd en wijzigingen op (resource) gegevens voorkomen die overeen komen met een vastgelegde criteria, verzendt deze een bericht (notificatie) op een voor gedefinieerde "kanaal", zodat een ander systeem hierop actie kan ondernemen. | ||||
status | code | X | Uit FHIR R4. Status van het abonnement. Zie: http://hl7.org/fhir/subscription-status. | ||
criteria | string | X | Uit FHIR R4. De vastgelegde criteria waarop er een bericht (notificatie) wordt verstuurd. | ||
reason | string | X | Uit FHIR R4. Omschrijving waarom dit abonnement is gecreëerd. | ||
channel | BackboneElement | X | Uit FHIR R4. Voor gedefinieerd kanaal waar het bericht wordt verstuurd. | ||
channel.type | code | X | Uit FHIR R4. Ondersteunen alleen: "rest-hook" kanaal. | ||
channel.endpoint | url | X? | Omdat we rest-hook als kanaaltype verplichten, moet ook het endpoint vastgelegd worden. Endpoint zou niet raadbaar moeten zijn en uniek per subscription. | ||
channel.header | string | X? | Om DOS aanvallen te voorkomen, wordt een "Authorization" header verplicht (voor afgesproken token meesturen). Men kan ook de vastgelegde criteria in de header vastleggen. | ||
channel.payload | code | XXX (NIET) | Dit veld MOET NIET gebruikt worden. De notificaties worden zonder payload verstuurd. Extra informatie over een notificatie kan via de channel.header meegegeven worden. | ||
CareTeam | Beschrijft het zorgteam met de participanten. | ||||
identifier | Identifier | X | Elke zorgteam moet uniek te identificeren zijn a.d.h.v. een identifier, zodat we altijd de gegevens kunnen opvragen. | ||
status | code | X | In de context van Koppeltaal moet altijd de status van het zorgteam bekend zijn. | ||
subject | Reference(Patient) | X | Uit FHIR R4. Voor wie het team aan de slag is. In de context van Koppeltaal is dit een referentie naar Patient. | ||
period | Period | Tijdsperiode van het zorgteam. | |||
participant | BackboneElement | Lijst van betrokken participanten bij het zorgproces | |||
participant.role | CodeableConcept | x | Uit FHIR R4. Verplichte rol van de participant, bij toevoeging van participant. | ||
participant.member | Reference(Practitioner|RelatedPerson) | x | Uit FHIR R4. Verplichte type participant, bij toevoeging van participant. | ||
AuditEvent | Een logrecord van een interactie tussen systemen. Koppeltaal Logging moet het mogelijk maken "achteraf onweerlegbaar vast te stellen welke activiteiten waar en wanneer hebben plaatsgevonden. | ||||
type | Coding | X | Soort gebeurtenis. Zie "system": http://terminology.hl7.org/CodeSystem/audit-event-type. Standaard "code": "rest" Bij het lanceren van applicaties wordt het: "system":"http://dicom.nema.org/resources/ontology/DCM", "code":"110100", "display":"Application Activity" | ||
subtype | Coding | X? | Gedetailleerde beschrijving van FHIR gebeurtenis. Zie system: http://hl7.org/fhir/restful-interaction Bij het lanceren van applicaties gebruiken we: "system":"http://dicom.nema.org/resources/ontology/DCM", "code":"110120", "display":"Application Start" | ||
action | code | Welke CRUDE acties is uitgevoerd. Zie: http://hl7.org/fhir/audit-event-action | |||
recorded | instant | X | Tijdstip van logmoment. | ||
agent.who | Reference(Device) | X? | De device actor (audit participant) van de zendende of ontvangende partij. | ||
agent.type | CodeableConcept | X? | Zie: system: http://dicom.nema.org/resources/ontology/DCM
| ||
agent.role | CodeableConcept | Kunnen we onze applicatie rollen hier voor gebruiken, als deze zijn vastgelegd? | |||
agent.requestor | boolean | X | Is de agent de initiator van de gebeurtenissen, dan 'true' anders 'false'. | ||
entity.type | CodeableConcept | X? | Type resource. Zie: "http://hl7.org/fhir/resource-types". Zie het KT 2.0 FHIR Resource Model. | ||
entity.what | Reference(Any) | X? | Over welke (FHIR) resource gaat het Reference(Any). B.v: entity.what=Patient/123 | ||
entity.name | string | resource.identifier | |||
source.site | string | Naam van de omgeving (domein!) | |||
source.observer | Reference(Device) | X | Wie heeft het gelogd. Misschien een aparte Log Device. | ||
source.type | Coding | Wat voor systeem is dit. Zie: http://terminology.hl7.org/CodeSystem/security-source-type |
...