...
Wanneer een request binnenkomt kan de volgende informatie opgehaald worden:
Informatie Hoe op te halen <resource_type> Dit kan bepaald worden aan de hand van de URL. De eerste waarde na de slash van de base FHIR resource service bevat altijd het Resource type. Bijvoorbeeld /Patient
,/Patient/2
of/ActivityDefinition
<action> Dit wordt bepaald aan de hand van het type HTTP request. GET → Read, POST → Create, PUT → Update en DELETE → Delete <resource-origin> Indien de request geen Create betreft, gaat het altijd om bestaande resources. Deze hebben per definitie een resource-origin
extensie die aangeeft wie de eigenaar van de resource is. Deze waarde MOET van de gepersisteerde entiteit(en) gehaald worden. Wanneer een entiteit geüpdatet wordt, wordt deresource-origin
waarde dus van de te updaten versie afgehaald.- Indien de <action> een create is:
- hoeft de
resource-origin
niet geverifieerd te worden. Deze mag niet zelf gezet worden, maar wordt automatisch gezet door de FHIR resource service. Daarnaast is een create permissie altijd in de context van de OWN permissie. Het is niet toegestaan om Resources namens een andere applicatie aan te maken. - Zoek voor een scope in de context van <resource_type> of "*" (all) EN action met letterlijke tekst "create" of "*".
Bijvoorbeeld bij een create van een
Patient
zijn de volgende scopes valide (in dit geval is de logical id van deresource-origin
12, deze wordt niet gebruikt):Scope Uitleg 12/Patient.c(rud) Specifieke create permissie op de Patient
resource voorDevice/12
, optioneel mag deze ook de read, update en/of delete bevatten12/*.c(rud) Device/12
mag alle resources aanmaken, optioneel mag deze ook de read, update en/of delete bevatten12/Patient.* Device/12
mag alle acties uitvoeren opPatient
resources
- hoeft de
- Indien de <action> GEEN create is, gaat het altijd om bestaande resources. Deze hebben per definitie een
resource-origin
extensie die aangeeft wie de eigenaar van de resource is. Haal de Resource(s) op en verifieer deresource-origin
waarden.Zoek een permissie op in de
access_token.scope
bij de geauthoriseerde applicatie-instantie aan de hand van de logical id van deresource-origin
, de <action> en <resource_type>. Bijvoorbeeld voor eenUPDATE
op eenActivityDefinition
metresource-origin
Device/12 wordt gezocht middels de volgende reguliere expressie:Code Block /(?:\*|12(?:,\d+)*)\/(?:ActivityDefinition|\*)\.(?:[crd]*u[crd]*|\*)/
Deze regex dwingt af dat er een*
OF eenu
voorkomt bij de action. Rondom deu
mogen de karaktersc
,r
end
voorkomen in een random volgorde.12/ActivityDefinition.crdu
is dus ook valide. - Indien niet aanwezig: FHIR resource service respond met een
403 Forbidden
.
Autoriseren end-of-life waarden
Binnen Koppeltaal kan een resource als end-of-life gemarkeerd worden. Dit gebeurt middels een update request, en geen delete. Het is dus belangrijk dat de autorisatiecode ook kijkt of een resource gemarkeerd wordt als end-of-life en valideert middels de delete permissie. Zie Levenscyclus van een FHIR Resource voor de end-of-life waarden.
Search Narrowing
Wanneer alle resources opgehaald worden voor een specifiek type, bijv. GET /Patient
, mogen enkel de resources teruggegeven worden waar de applicatie-instantie leesrechten op heeft. Dit wordt door de FHIR resource service opgelost middels een interceptor pattern
. De oplossing dient de huidige query-parameters te filteren en uit te breiden in het geval dat de permissie scope niet ALL
is.
...