Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

  • retourneer NIET alleen de HTTP-statuscode 200 (OK), ongeacht of het succesvol dan wel een fout betreft
  • gebruik de range 2xx, wanneer een aanvraag (volledig) verwerkt en geslaagd is.
  • gebruik de range 3xx, wanneer de client aanvullende acties moet ondernemen (omleiding) om een bepaalde aanvraag te voltooien. De vereiste actie kan worden uitgevoerd zonder interactie met de gebruiker, als het tweede verzoek een GET of HEAD is.
  • gebruik de range 4xx, wanneer de aanvraag niet (volledig) slaagt en de client deze aanvraag kan laten slagen door de aanvraag aan de client kant aan te laten passen.
  • gebruik de range 5xx, wanneer de aanvraag niet (volledig) slaagt door een interne foutmelding aan de server kant

Informele berichten.

Dit zijn geen fouten maar geven informatie over de aanvraag en beginnen met 2xx (goed gevolg) of 3xx (omleiding) . Voorbeeld:

  • 200 – OK. De aanvraag is verwerkt en geslaagd en de response van de payload is niet leeg (gebruikt met GET- en POST-verzoeken)
  • 201 – Nieuwe gegevens zijn aangemaakt en gepersisteerd (gebruikt met POST-verzoeken)
  • 202 – Geaccepteerd. Als de verwijderde aanvraag is geaccepteerd, zonder aanvullende informatie over de uitkomst 
  • 204 – Geen inhoud – De gegevens zijn succesvol aangepast of verwijderd. Geen payload in de response (gebruikt met PUT- en DELETE-verzoeken).
  • 301 – Verplaats - De locatie van de gegevens zijn permanent verplaatst naar een andere locatie
  • 304 – Niet gewijzigd – de klant kan gebruik maken van cache data met de If-Modified-Since of If-Nonen-Match HTTP headers
  • 307 – Tijdelijk verplaatst - De locatie van de gegevens zijn tijdelijk verplaatst naar een andere locatie

Functionele fouten.

Dit zijn fouten die optreden als gevolg van het niet kunnen uitvoeren van een functionele vereiste. Deze fouten moeten worden beschreven als onderdeel van het functionele ontwerp van het systeem. Kies voor functionele fouten zorgvuldig een HTTP 4xx-code die past bij een bepaalde foutcondities.

  • 400 – Onjuiste aanvraag - Het verzoek was ongeldig of kan niet worden uitgevoerd. De exacte fout moet worden uitgelegd in de payload content. Bijv. "veld% param1% is niet geldig" (Validatie fouten).
  • 401 – Niet geautoriseerd - Het verzoek vereist een gebruikers authenticatie
  • 403 – Verboden - De server heeft het verzoek begrepen, maar weigert het of de toegang is niet toegestaan.
  • 404 – Niet gevonden - Er zijn geen gegevens aanwezig bij de aangegeven URI.
  • 405 – Methode niet toegestaan. Gegevens bestonden niet voor de aanpassing en de aangegeven identificatie van de client mag niet voor de interactie gebruikt worden
  • 406 - Aanvraag niet geaccepteerd. De aanvraag voldoet niet aan het formaat dat door de server ondersteunt wordt
  • 409/412 – Conflict - Conflict met de huidige status van de bron (gebruikt met PUT-verzoeken)
  • 410 – Weg - De gegevens zijn niet langer beschikbaar op de oorspronkelijke server en dat deze toestand waarschijnlijk permanent is 
  • 415 – Media-type niet ondersteund
  • 422 – Aanvraag kan niet verwerkt worden - De aangeboden gegevens voldoen niet aan bepaalde FHIR profielen of server bedrijfsregels
  • 429 – Te veel aanvragen. Kans op een DDS aanval of de aanvraag kan niet afgehandeld worden door bepaalde systeem limieten   

Technische fouten.

Dit zijn run-time fouten die optreden als gevolg van het niet kunnen uitvoeren van bepaalde processen, query’s, methoden, enz. Ze hoeven geen onderdeel te zijn van het functionele ontwerp van het systeem. In een technisch interface document of API (Application Programming Interface) moeten de technische fouten in detail beschreven staan.

...

  • 500 – Interne serverfout, Dit kunnen technische of connectie problemen zijn met het backend systeem.
  • 501 – Server heeft de HEAD aanvraag niet geïmplementeerd. HEAD is hetzelfde als GET, maar dan zonder body. 
  • 503 – Dienst niet beschikbaar. De aangeboden dienst kan in onderhoud zijn.

Autorisatie fouten.

Bij autorisatie fouten moet de dienstverlener (server) zo min mogelijk informatie weggeven. Het retourneren van te veel informatie kan details over de toegang blootleggen die NIET naar clients gecommuniceerd mogen worden.

...