Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

Samenvatting

...

Het MedMij Afsprakenstelsel scheidt, op de Processen-en-Informatie-laag en op de Applicatie-laag, drie hoofdfuncties: Regie, Uitwisseling en Coördinatie. Al het gedrag van de betrokken rollen op deze lagen hoort bij één van deze drie hoofdfuncties. De hoofdfuncties hebben een onderlinge relatie. Aan de hoofdfuncties zijn beginselkeuzes verbonden (zie onder).

Centraal staat de Regie; hiermee voert de Persoon regie, in interactie met de Zorgaanbieder, over de (uitwisseling van) zijn gezondheidsinformatie. Dat doet hij als uitgever, conform principe 16. Onder deze hoofdfunctie vallen bijvoorbeeld het geven van toestemming van de Persoon aan de Zorgaanbieder, het authenticeren van de Persoon door de Zorgaanbieder, het autoriseren van de PGO door de Zorgaanbieder en het aangaan, beëindigen en onderhouden van abonnementen. Regie leidt steeds tot overeenkomsten tussen Persoon, Zorgaanbieder en Dienstverlener Persoon, en zijn is gebaseerd op onderlinge zekerheid over elkaars identiteitvertrouwen in de identiteit van de anderen in de overeenkomst. De Dienstverlener Zorgaanbieder is niet betrokken in deze overeenkomsten, omdat deze verwerker is, geen verwerkingsverantwoordelijke zoals wel de Dienstverlener Persoon.

Regie stuurt Uitwisseling. Uitwisseling geeft uitvoering aan de Regie. Deze tweede hoofdfunctie voert het feitelijke verkeer van gezondheidsinformatie uit, van Zorgaanbieder naar PGO (Verzamelen) of andersom (Delen). Alle uitwisseling vindt plaats conform gestandaardiseerde Gegevensdiensten en in het kader van een Regie-overeenkomst.

Regie en Uitwisseling worden, conform principe 10, alleen uitgevoerd door partijen die onder de volledige verantwoordelijkheid vallen van een Dienstverlener Persoon of Dienstverlener Zorgaanbieder. MedMij kent een volledig decentrale uitvoering. MedMij is zelf niet betrokken in de uitvoering van Regie of Uitwisseling. Toch is een rol van MedMij nodig in het tot stand brengen van vertrouwen tussen de Dienstverleners Persoon enerzijds en de Dienstverleners Zorgaanbieder anderzijds, zodat zij van elkaar kunnen weten wat zij kunnen en mogen. Daarvoor is de derde hoofdfunctie: Coördinatie, die wordt uitgevoerd met een Catalogus, die zegt welke Gegevensdiensten op enig moment op het MedMij-netwerk van kracht zijn, en vier lijsten (GegevensdienstnamenlijstOAuthclientlistWhitelist en Zorgaanbiederslijst), die zeggen wat de Deelnemers kunnen en mogen.

...

De beschikbaarheids- en ontvankelijkheidsvoorwaarde zijn een Regie-aangelegenheid en moeten om precies die reden in de Regie-fase van de UC Verzamelen en UC Delen worden uitgevoerd. Vanwege implementatiebeperkingen biedt het MedMij Afsprakenstelsel momenteel niettemin de ruimte om de beschikbaarheidsvoorwaarde uiterlijk aan het begin van de Uitwisselingsfase te regelen.

...

  1. Een interface (op de Applicatie-laag) hoort bij precies één hoofdfunctie. Bij voorkeur horen ook een rol en een use case bij precies één hoofdfunctie. Deze voorkeur is sterker op de Applicatie-laag dan op de Processen-en-Informate-laag. Deze voorkeur is bovendien minder sterk bij de gebruikersrollen in beide domeinen.
  2. Voor Coördinatie en Regie worden geen sector-specifieke oplossingen of standaarden gebruikt. Sector-specificiteit is niet alleen qua inhoud, maar ook qua governance (van een standaard). Om regie op zijn gezondheid te kunnen voeren, moet sector-specificiteit geen barrières opwerpen voor diens regie. Gezondheid houdt zich niet aan sectorale verkavelingen. Voor Uitwisseling heeft sector-specificiteit evenmin de voorkeur, maar vraagt de realiteit erom sector-specifieke uitwisselstandaarden te gebruiken (zoals HL7 for de zorgsector en bijvoorbeeld StUF voor het gemeentelijke veld). Verreweg de meeste informatie-inhoudelijke standaardisatie vindt binnen sectoren plaats. Dit beginsel laat principe 19 onverlet.
  3. Al het verkeer in het kader van Uitwisseling vindt plaats op basis van gestandaardiseerde Gegevensdiensten, die in de Catalogus zijn opgenomen.
  4. De scheiding tussen de hoofdfuncties vertegenwoordigt een structureel aspect van het evoluerende afsprakenstelsel. Dat betekent dat, ondanks de zeer grote implementatievrijheid van Deelnemers, zij hun implementatielast van nieuwe releases kunnen beperken door deze scheiding ook in hun implementatie-architectuur aan te brengen. De scheiding tussen de hoofdfuncties maakt de evolutie van het afsprakenstelsel voor Deelnemers voorspelbaarder....


===

Risico's

Omschrijf de (privacy)risico's die kunnen ontstaan als deze RFC wordt aangenomen. In het onwaarschijnlijke geval dat deze RFC's geen risico's introduceert, geef dat dan wel aan.

...