Samenvatting
...
Regie en Uitwisseling worden, conform principe 10, alleen uitgevoerd door partijen die onder de volledige verantwoordelijkheid vallen van een Dienstverlener Persoon of Dienstverlener Zorgaanbieder. MedMij kent een decentrale uitvoering. MedMij is zelf niet betrokken in de uitvoering van Regie of Uitwisseling. Toch is een rol van MedMij nodig in het tot stand brengen van vertrouwen tussen de Dienstverleners Persoon enerzijds en de Dienstverleners Zorgaanbieder anderzijds, zodat zij van elkaar kunnen weten wat zij kunnen en mogen. Daarvoor is de derde hoofdfunctie: Coördinatie, die wordt uitgevoerd met een Catalogus, die zegt welke Gegevensdiensten op enig moment op het MedMij-netwerk van kracht zijn, en vier lijsten (Gegevensdienstnamenlijst, OAuthclientlist, Whitelist en Zorgaanbiederslijst), die zeggen wat de Deelnemers kunnen en mogen.
...
- Een interface (op de Applicatie-laag) hoort bij precies één hoofdfunctie. Bij voorkeur horen ook een rol en een use case bij precies één hoofdfunctie. Deze voorkeur is sterker op de Applicatie-laag dan op de Processen-en-Informate-laag. Deze voorkeur is bovendien minder sterk bij de gebruikersrollen in beide domeinen.
- Voor Coördinatie en Regie worden geen sector-specifieke oplossingen of standaarden gebruikt. Sector-specificiteit is niet alleen qua inhoud, maar ook qua governance (van een standaard). Om regie op zijn gezondheid te kunnen voeren, moet sector-specificiteit geen barrières opwerpen voor diens regie. Gezondheid houdt zich niet aan sectorale verkavelingen. Voor Uitwisseling heeft sector-specificiteit ook niet evenmin de voorkeur, maar vraagt de realiteit erom sector-specifieke uitwisselstandaarden te accepteren gebruiken (zoals HL7 for de zorgsector en bijvoorbeeld StUF voor het gemeentelijke veld). Verreweg de meeste informatie-inhoudelijke standaardisatie vindt binnen sectoren plaats. Dit beginsel laat principe 19 onverlet.
- ...
...