Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

Een zorgaanbieder kan zorgverlener kan raadplegingen doen. Dit raadplegen kan met behulp van de generieke raadpleeg aanroep en een contextcode. De contextcode bepaalt hierbij de specifieke bouwsteentypes die terugkomen.

Bovendien kan een zorgaanbieder een abonnement nemen voor patiënten die het wil volgen, zodat het geabonneerde systeem een notificatie ontvangt dat er gegevens van de patiënt gemuteerd zijn bij een andere zorgverlener. Het aangaan van het abonnement gebeurt op basis van een BSN en een contextcode. De contextcode is een unieke, gestandaardiseerde code die de context definieert. Het fungeert als een technische identifier ID die systemen gebruiken om te bepalen waar een abonnement precies over gaat. Deze code wordt afgesproken binnen een domein, zodat alle partijen binnen dat domein dezelfde betekenis koppelen aan een context. De context verwijst naar het specifieke onderwerp of de situatie waarop een abonnement of notificatie betrekking heeft. Het is een logisch kader dat bepaalt welke gegevens en gebeurtenissen relevant zijn voor een bepaalde behoefte informatiebehoefte en/of doelstelling. Om deze context functioneel te maken en te ondersteunen binnen de AortaAORTA-LSP infrastructuur, wordt gebruikgemaakt van meerdere bouwsteentypes die gezamenlijk de benodigde gegevens en processen beheren. Een bouwsteentype is een aanduiding voor een logisch afgebakende, herbruikbare eenheid van (zorggerelateerde) informatie. In de AortaAORTA-LSP infrastructuur is context belangrijk omdat het helpt om berichten te filteren en te zorgen dat alleen relevante informatie wordt afgeleverd bij abonnees. Elke zorgtoepassing op het LSP kent een vastgestelde set aan contexten. Ook voor de zorgtoepassing Medicatieoverdracht zijn contextcodes gedefinieerd. Elke context heeft een unieke contextcode uit een (centrale) waardenlijst. Zie tabel 1 hieronder.

Op het moment dat een bronsysteem een mutatie doet en deze meldt aan de VWI/ACT, checkt het AORTA-LSP of deze mutatie zou leiden tot nieuwe gegevens bij geabonneerde contextcodes. Het AORTA-LSP verstuurt een notificatie met daarin o.a. de bouwsteentype(s). Hierop kan het geabonneerde systeem een (gespreide of gerichte) vraag gebruiken om gegevens op te halen. Het opvragen gebeurt uiteraard volgens de reguliere authenticatie/autorisatieregels.

Een voorbeeld: Een zorgverlener maakt een nieuwe medicatieafspraak (MA) zijn in zijn voorschrijvend systeem en meldt deze mutatie bij VWI/ACT. Dit leidt tot een bijgewerkte actualiteit van van de bouwsteentype MA. Een geabonneerde zorgaanbieder is geabonneerd op contextcode MEDGEG. Een MA is een relevant gegeven in dit geval, dus stuurt het AORTA-LSP deze zorgaanbieder een notificatie met daarin het bouwsteentype. Het geabonneerde systeem gebruikt de gerichte vraag om de gegevens op te halen bij het bronsysteem.

Door goed gebruik te maken van context en contextcodes, kan de AortaAORTA-LSP infrastructuur een krachtige en gestroomlijnde berichtenstroom bieden die precies aansluit op de behoeften van aangesloten partijen.

Tabel 1 : contextcodes Medicatieoverdracht

Context

Display naam

MA

TA

MGB

MVE

MTD

WDS

VV

Tijdsvenster

MEDGEG

Therapeutische medicatiegegevens

x

x

x

x

Begindatum: datum van opvraging minus 400 dagen.  

Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster).

MEDGEGTOT

Therapeutische en logistieke medicatiegegevens

x

x

x

x

x

x

Begindatum: datum van opvraging minus 400 dagen.  

Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster).

MEDMTD *

Medicatietoedieningen

x

Begindatum: datum van opvraging minus 24 uur. 

Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster).

MEDMTDTOT *

Benodigde medicatiegegevens om toedienlijst samen te stellen

x

x

x

x

Begindatum: datum van opvraging minus 400 dagen.  

Einddatum: ongedefinieerd (alle toekomstig geldige gegevens vallen binnen het tijdsvenster).

*) LET OP: MEDMTD EN MEDMTDTOT zijn pas later beschikbaar. Gebruik voorlopig MEDGEGTOT voor de raadpleging van de toedieningen (MTD) bouwstenen.

Het is mogelijk om het voorgedefineerde vooraf gedefinieerde tijdsvenster specifiek in te vullen. Dat kan op de volgende manieren:

...

Indien deze perioden worden ingevuld, dan worden deze data op een gedefinieerde mapping (zie berichtspecificaties ArtART-decorDECOR) overgenomen in de bouwsteen queries bevragingen richting XIS'en van specifieke zorgaanbieders.

...

De patiënt is geautoriseerd om alle medicatiegegevens, dus alle bouwstenen, te mogen opvragen. Dit werkt op een andere manier dan zorgaanbieder-zorgaanbieder communicatie en volgt de afspraken die gemaakt zijn in het MedMij-afsprakenstelsel (zie Actuele gegevensdiensten (medmij.nl) ). De medicatiegegevens worden ontsloten via een DVA richting de PGO. Dat kan LSP+ zijn, maar ook andere DVA's zijn mogelijk. Bij LSP+ wordt geen gebruik gemaakt van contexten. Vanuit de MedMij-gegevensdienst 'Medicatiegegevens' wordt direct een vertaling gemaakt naar de juiste bouwsteen queriesbevragingen. Een tweede verschil is dat dit op dit moment een gerichte bevraging betreft bij een specifieke zorgaanbieder en geen gespreide bevraging. 

...