Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Op de combinatie van de volgende drie kenmerken wordt de configuratie van de Identity Provisioning vastgesteld:

  1. Het domein

  2. De applicatie-instantie 

  3. Het gebruikerstype (Patient/Practitioner)

  4. De applicatie-instantie 

Afhankelijk van de implementatie kan er gewerkt worden met defaults, zo is het logisch per domein - gebruikerstype een default in te kunnen stellen, en deze dan per applicatie optioneel te kunnen configureren.

Op dit niveau wordt vastgesteld:

  1. Of een IdP vereist is, zie ook de overweging afhankelijk van de inhoud.

  2. Zo ja,

    1. welk type (vooralsnog enkel OIDC), indien er meerdere typen in de toekomst worden gebruikt kan dit veld meervoudig worden ;

    2. welk veld het identifier attribuut bevat, hiermee wordt geconfigureerd welke attribuut van de user-assertion wordt gebruikt;

    3. voor welk type FHIR resource deze IdP is (Patient/Practitioner),

    4. op welke identifier van de FHIR resource de identiteit gemapped is (Patient.identifier.system/Practitioner.identifier.system);

    5. de kenmerken van de Identity Provider (URL, public key/JWKS URL etc.).

...